Wet tijdelijke huur

Reactie

Naam NVM (mr C Boersma)
Plaats Nieuwegein
Datum 3 november 2014

Vraag1

-
Deze mogelijkheid wordt geboden door de nieuwe constructie ‘twee jaar of korter’. Artikel 7:271 BW van het wetsvoorstel voorziet daarin. Hij is alleen niet zo heel flexibel voor makelaars/ verhuurders. Als men een huurovereenkomst van twee jaar of korter afsluit dan kan de huurder tussentijds opzeggen. Een verhuurder kan dat niet. De NVM zou graag willen zien dat ook de huurder niet tussentijds kan opzeggen maar alleen tegen het einde van het tijdvak zoals bij een huurovereenkomst van langer dan twee jaar. Een voorbeeld: er wordt een huurovereenkomst gesloten voor de bepaalde tijd van één jaar. Verhuurder zit aan dit jaar vast en kan niet opzeggen. Huurder kan tussentijds opzeggen. Als verhuurder heb je dus niet de zekerheid van één jaar huurinkomsten want de huurder kan zo opzeggen. Deze tussentijdse opzeggingsmogelijkheid voor huurder bestaat niet in de Leegstandwet. De Leegstandwet is dus nog steeds de beste manier om de te koop staande woning te verhuren. Immers, sluit men daar een huurovereenkomst voor bepaalde tijd van één jaar, dan kan zowel huurder als verhuurder niet tussentijds opzeggen en de verhuurder heeft de zekerheid dat hij gedurende één jaar huurinkomsten geniet.

Eveneens ben ik van mening dat de constructie ‘twee jaar of korter’ nog flexibeler kan: artikel 7:271 van het wetsvoorstel luidt: ‘Indien na afloop van een voor bepaalde tijd van twee jaar of korter aangegane huur met dezelfde
huurder opnieuw een huurovereenkomst voor bepaalde tijd van twee jaar of korter wordt aangegaan, geldt deze laatste overeenkomst als een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd.’ Is het niet verstandig om toch een tweede overeenkomst voor bepaalde tijd mogelijk te maken maar dat in totaal niet twee jaar mag worden overschreden? Een voorbeeld: verhuurder verhuurt zijn woning voor één jaar. Vervolgens besluit hij om de huurovereenkomst met één jaar te verlengen. Verhuurder heeft twee keer voor één jaar verhuurd. De maximale verhuurperiode van twee jaar wordt dan niet overschreden. De regeling wordt dan flexibeler. Dit staat wel op gespannen voet met de hoofdregel ‘na bepaalde tijd heeft men recht op onbepaalde tijd’. Echter, in het wetsvoorstel is voor de diplomatenclausule op deze hoofdregel ook een uitzondering gemaakt. Daar kan men immers meerdere keren voor bepaalde tijd verhuren. Waarom hier dan niet? Het zou de flexibiliteit ten goede komen.