Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Ik ben fel tegen het wetsvoorstel om de "verheerlijking van terrorisme" en publieke steunbetuigingen aan zogenaamde terroristische organisaties strafbaar te stellen. De definities van "terrorisme" en "terroristische organisatie" in het voorstel zijn vaag, politiek beïnvloed en vatbaar voor manipulatie. Internationale en Europese "terroristenlijsten" worden vaak gevormd door diplomatieke en economische belangen in plaats van consistente, op bewijs gebaseerde criteria. Dit vergroot het risico dat de wet selectief wordt toegepast, waarbij sommige actoren worden geviseerd en anderen die geweld gebruiken tegen burgers worden genegeerd.

Dit soort gepolitiseerde etikettering is duidelijk zichtbaar in de willekeurige beslissingen van westerse landen om andere landen te bestempelen als "staatssponsors van terrorisme". Deze benaming heeft niets te maken met oprechte antiterrorisme-inspanningen, maar alles met een beleid van overheersing gericht op het controleren en onderdrukken van solidariteits- en mensenrechtenbewegingen die geworteld zijn in echte rechtvaardigheid. Dergelijke lijsten worden gebruikt als politieke wapens – niet als instrumenten voor de openbare veiligheid.

Dit Nederlandse voorstel zal onvermijdelijk legitieme politieke uitingen en solidariteit beperken, met name voor gemeenschappen en bewegingen – zoals die welke opkomen voor Palestijnse rechten – wier doelstellingen mogelijk overeenkomen met die van groepen die als 'terrorist' worden bestempeld. Soortgelijke wetten in andere landen zijn gebruikt om activisten, journalisten, onderzoekers en demonstranten te vervolgen, waardoor gedeelde politieke doelen worden gecriminaliseerd in plaats van het direct aanzetten tot geweld. Dit ondermijnt de vrijheid van meningsuiting, verzwakt het democratisch debat en verdiept de systematische discriminatie – waardoor moslimgemeenschappen onevenredig worden getroffen, terwijl geweld door de staat of door actoren met een westerse achtergrond wordt genegeerd.

In een democratische rechtsstaat moet politieke uiting – zelfs wanneer kritisch, controversieel of ongemakkelijk – worden beschermd. Nederland mag niet het pad volgen van autoritaire staten waar dergelijke wetten worden ingezet tegen afwijkende meningen. Ik dring er bij de regering op aan dit wetsvoorstel in te trekken en in plaats daarvan het recht op protest, solidariteit en open democratisch debat te waarborgen, vooral in tijden van politieke spanning en onrecht.