Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Ik maak bezwaar tegen het wetsvoorstel om de volgende redenen:
1. "verheerlijken en/of steunbetuigingen" zijn vaag. Dit kan ertoe leiden dat interpretatie afhangt van de persoonlijke of politieke voorkeur van politie, OM of rechter. Het risico bestaat dat legitieme meningsuitingen onder de strafbepaling vallen, zelfs als ze niet bedoeld zijn als steun voor terrorisme.
2. Dit is een beperking van de vrijheid van meningsuiting. Artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) beschermen het recht om (ook impopulaire) meningen te uiten. Medelanders kunnen dus gestraft worden voor protesten zonder dat hun oproepen geweld bevatten.
3. Jullie criminaliseren zo ons recht op een vreedzaam protest.
4. Bestaande wetgeving biedt al voldoende mogelijkheden. Het huidige Wetboek van Strafrecht kent al bepalingen tegen opruiing, aanzetten tot haat of geweld, lidmaatschap van verboden organisaties en voorbereiding van terroristische misdrijven. Het voorgestelde wetsartikel is daarmee deels dubbelop en voegt vooral juridische risico’s toe.
5. Hoe gaan OM en politie bepalen wat wel of geen verheerlijking is?

Ik verzoek u het wetsvoorstel te heroverwegen. Gezien de verstrekkende gevolgen en de risico’s voor fundamentele rechten, is mijn conclusie dat deze wet volledig moet worden ingetrokken.