Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Amsterdam
Datum 15 augustus 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Dit voorstel vormt een directe bedreiging voor:
• Artikel 10 EVRM beschermt ook uitingen die "beledigen, choqueren of verstoren" als onderdeel van het vrije debat
• Artikel 7 Grondwet bepaalt dat niemand voorafgaande toestemming nodig heeft om gedachten of gevoelens te uiten, tenzij hij daartoe wettelijk verantwoordelijk is
• Artikel 8 en 9 Grondwet erkennen het recht van vereniging en demonstratie, met inachtneming van ieders wettelijke verantwoordelijkheid, en die wetten worden beperkt door internationale recht, zoals hieronder verduidelijkt:
• De artikelen 90, 93 en 94 van de Grondwet vereisen dat het internationale recht voorrang heeft boven het Nederlandse recht.

1. Vrijheid van meningsuiting
Begrippen als "verheerlijken", "steun betuigen" en "symbolen tonen" zijn zo vaag dat niemand op voorhand weet wat nog is toegestaan. In tegenstelling tot de bestaande anti-opruiingswetgeving (artikelen 131 en 132 van het Wetboek van Strafrecht) is er geen vereiste van een concreet gevaar of directe aansporing tot geweld. Dit zou politieke kritiek, journalistiek, satire of historische analyse plotseling strafbaar kunnen stellen.

2. De Grondwet is geen keuzemenu – internationaal recht heeft voorrang boven Nederlands recht
Er bestaat verder ernstig risico op schending van de Grondwet met deze vage/niet-bestaande definitie van "terroristische organisatie", die geen grenzen kent aan de interpretatie ervan en aan wat als publieke steun wordt beschouwd.

Wanneer vrijheden op het spel staan, moeten er grenzen worden gesteld aan de voorgestelde wet om brede en misbruikende interpretatie en handhaving te voorkomen. Die interpretatie moet worden beperkt door het internationaal recht, zoals vereist in de artikelen 90, 93 en 94 Grondwet.

Internationale recht heeft het duidelijk gemaakt dat bezette volkeren het recht hebben op zowel vreedzaam als gewapend verzet tegen bezetting. De terrorist van de een is de vrijheidsstrijder van de ander. Als je het verzet in de Tweede Wereldoorlog steunde of de Opstand van Warschau steunde, werd je bestempeld als een terroristensupporter en vervolgd. Dat gold ook voor Nelson Mandela in het Zuid-Afrika van de Apartheid.

Je moet begrijpen hoe belangrijk het is om dit te interpreteren binnen de grenzen van het internationaal recht om te voldoen aan je eigen grondwet. Verwerp dit gevaarlijke voorstel.