Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Bezwaar tegen het wetvoorstel Berke Özmuk
|
Plaats
|
Utrecht
|
Datum
|
14 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Bezwaar tegen het wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Ik ben tegen het voorgestelde wetsvoorstel. Het is te vaag geformuleerd en kent onvoldoende afgebakende termen, waardoor het risico op willekeurige en subjectieve handhaving groot is. Vage bewoordingen maken dat burgers niet duidelijk weten waar de grens ligt, terwijl handhavers te veel ruimte krijgen voor interpretatie.
De huidige wetgeving, met name artikel 132 van het Wetboek van Strafrecht, biedt al een duidelijke en specifieke basis om aanzetten tot geweld aan te pakken. Deze bestaande wet bevat scherp afgebakende voorwaarden en voorziet in de noodzakelijke rechterlijke toetsing. Het toevoegen van een nieuwe, breed geformuleerde strafbepaling is daarom overbodig en vergroot enkel de kans op misbruik.
Daarnaast vormt het voorstel een directe bedreiging voor fundamentele vrijheden, zoals de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en het demonstratierecht. Door de vage formulering kan legitieme politieke of maatschappelijke uiting – zelfs wanneer deze geen enkele aanzet tot geweld bevat – onterecht als strafbaar worden aangemerkt.
Het voorstel schept bovendien ruimte voor asymmetrische handhaving. Het wekt de indruk dat het mede bedoeld is om bepaalde politieke standpunten, zoals uitingen van solidariteit met Palestijnse verzetsbewegingen, te criminaliseren. Dit zet de deur open voor repressie van legitieme politieke meningsuiting en selectieve vervolging, wat in strijd is met de kernprincipes van een democratische rechtsstaat.
Kortom, dit wetsvoorstel ondermijnt de kernwaarden van onze samenleving. Het creëert een gevaarlijk precedent waarbij politieke en maatschappelijke meningsuiting afhankelijk wordt van de interpretatie van de overheid of het Openbaar Ministerie. Dit is niet alleen onnodig gezien de bestaande wetgeving, maar ook schadelijk voor een open en vrije samenleving. Ik verzoek daarom dringend om het voorstel in zijn huidige vorm te verwerpen.