Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Het voorstel om het openlijk betuigen van steun aan een terroristische organisatie strafbaar te stellen, roept grote zorgen op voor de vrijheid van meningsuiting en het publieke debat.

Wat precies wordt verstaan onder "steun betuigen" is vaag, en dat maakt de bepaling risicovol. In de praktijk kan dit betekenen dat kritische discussies over conflicten of gewelddadige organisaties in de knel komen. Er zijn genoeg voorbeelden van groepen waarover de meningen sterk uiteenlopen. Denk aan de Farmer Defence Force, door sommigen gezien als activisten, door anderen als intimiderend of gewelddadig. Of aan de IDF, die door sommigen wordt verdedigd als reguliere krijgsmacht, maar door anderen als verantwoordelijk voor terrorisme.

Onder dit voorstel zou zelfs een cartoon, opiniestuk of debat over de motieven van zo’n groep kunnen worden opgevat als ‘steun’. Dat maakt kritische journalistiek, academisch onderzoek of artistieke expressie kwetsbaar voor strafrechtelijk ingrijpen.

Bovendien schuurt dit direct met artikel 7 van de Grondwet, dat de vrijheid van meningsuiting beschermt. Die mag alleen worden beperkt als dat echt noodzakelijk is in een democratische samenleving – en zo ruim en vaag als dit voorstel nu is, lijkt het daar niet aan te voldoen.