Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Ik schrijf om mijn diepe bezorgdheid te uiten over de voorgestelde wijzigingen in de terrorismewet.

Wereldwijd hebben VN-experts en anderen de noodklok geluid over de ongebreidelde inzet van veel te ruime terreurwetten tegen het maatschappelijk middenveld, waaronder politieke tegenstanders, activisten, mensenrechtenactivisten, journalisten, minderheden en studenten. Het voorstel dreigt te botsen met artikel 10 van het EVRM. Zonder een expliciete en strikte opzet- en contextvereiste kunnen ook journalistieke, activistische of artistieke uitingen onbedoeld strafbaar worden.

Op nationaal niveau hebben we gezien hoe buitenlandse staatsactoren, namelijk de Israëlische regering, zich hebben gemengd in onze nationale politieke en juridische procedures, zowel door het publiceren van ongegronde rapporten over het maatschappelijk middenveld met beschuldigingen van terrorisme, maar ook in het criminele gedrag en de procedures tegen de maccabi-voetbalhooligans. Deze wet zal de buitenlandse inmenging in de nationale politiek waarschijnlijk versterken.

Wetten, vooral strafwetten met zware straffen, moeten duidelijk en begrijpelijk zijn voor burgers en mogen niet worden overgelaten aan vage definities die kunnen worden gebruikt om publieke stemmen van afwijkende meningen het zwijgen op te leggen.