Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Rotterdam
Datum 15 augustus 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Het nieuwe wetsvoorstel is op cruciale punten te vaag geformuleerd, waardoor het risico op willekeurige toepassing groot is. De gebruikte termen zijn onvoldoende afgebakend, wat leidt tot rechtsonzekerheid en ruimte voor subjectieve interpretatie.

Bovendien is aanvullende wetgeving overbodig. Het Wetboek van Strafrecht voorziet al in bepalingen die het aanzetten tot geweld strafbaar stellen. Artikel 132 Sr bevat duidelijke, goed afgebakende criteria en biedt de noodzakelijke waarborgen voor rechterlijke toetsing. Daarmee wordt de beoogde bescherming al effectief gerealiseerd, zonder dat nieuwe en onduidelijk omlijnde regels nodig zijn.

Het voorstel vormt daarnaast een serieuze bedreiging voor fundamentele vrijheden. De vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid en het recht om te demonstreren dreigen structureel te worden ingeperkt. Deze kernrechten zijn essentieel voor een gezonde democratische rechtsstaat en mogen slechts in zeer uitzonderlijke gevallen worden beperkt, en alleen op basis van heldere en proportionele wetgeving.

Een bijkomend gevaar is dat de wet ruimte laat voor asymmetrische handhaving. Door de brede formuleringen kan het instrumenteel worden ingezet tegen specifieke politieke of maatschappelijke groeperingen. In de huidige context wekt dit voorstel de indruk dat het mede gericht is op het criminaliseren van uitingen van solidariteit met Palestijnse verzetsbewegingen.

Ten slotte zet het wetsvoorstel de deur open voor repressie van legitieme politieke meningsuiting. Het risico bestaat dat ook vreedzame, niet-gewelddadige uitingen onder de strafbaarstelling vallen. Dit zou leiden tot een verschraling van het maatschappelijk debat en kan mensen afschrikken om hun mening te uiten uit angst voor vervolging.

Kortom, de combinatie van vaagheid, overbodigheid, inbreuk op fundamentele vrijheden en de mogelijkheid tot selectieve toepassing maakt dat dit wetsvoorstel niet alleen juridisch problematisch is, maar ook schadelijk voor de democratische rechtsorde.