Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Dr P.C.F. Van der Vaart
|
Plaats
|
Vleuten
|
Datum
|
25 juli 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Ik sluit mij volledig aan bij de voortreffelijk geformuleerde mening van een eveneens zeer bezorgde burger. Deze reactie benoemt alle argumenten van groot belang zijn om het met het wetsvoorstel voorgestelde pad NIET te bewandelen.
Met diepe bezorgdheid kijk ik naar dit wetsvoorstel. Onder het mom van veiligheid wordt een wet geïntroduceerd die in werkelijkheid de vrijheid van meningsuiting ondermijnt, politieke expressie criminaliseert en de rechtsstaat uitholt. Dit is geen wet tegen terrorisme — dit is een poging tot het strafbaar maken van moreel verzet.
De gebruikte terminologie is bewust vaag en rekbaar. “Verheerlijking van terrorisme” en “openlijke steun aan terroristische organisaties” zijn geen duidelijke, juridisch afgebakende begrippen. Ze bieden ruimte voor subjectieve interpretatie — precies wat de rechtszekerheid ondermijnt. In de praktijk betekent dit dat activisten, kunstenaars, journalisten en burgers die zich solidair tonen met onderdrukte volken het risico lopen om strafrechtelijk te worden vervolgd.
Wie bepaalt wat “verheerlijking” is? Een vlag, een leus, een lied, een gebed, een gedicht — alles kan onder deze vage categorieën worden geschaard als het de verkeerde gevoelens oproept bij de verkeerde machthebbers. Wat vandaag nog solidariteit heet, kan morgen strafbaar zijn.
Deze wet creëert geen veiligheid, maar angst. Ze zaait wantrouwen, dwingt tot zelfcensuur en legitimeert repressie. Het maakt van politieke empathie een misdaad, en van gerechtvaardigde woede een strafbaar feit. Het zet een gevaarlijk precedent waarin het niet het geweld is dat wordt bestreden, maar het spreken ertegen.
De consultatieperiode midden in de zomer – tussen 20 juli en 16 augustus – is geen onschuldig detail. Het is een politieke zet om debat te ontwijken, om maatschappelijke weerstand te minimaliseren. Democratie verliest haar betekenis wanneer wetten worden doorgedrukt in de stilte van vakantieweken.
Wie deze wet verdedigt, verdedigt een samenleving waarin macht niet langer ter verantwoording wordt geroepen. Waarin gerechtigheid niet wordt gezocht, maar gevreesd. Waarin zwijgen de nieuwe norm wordt, en spreken de nieuwe misdaad.
Ik verwerp dit wetsvoorstel in zijn geheel. Omdat vrijheid geen voorrecht is, maar een recht. Omdat protest geen terreur is, maar een teken van een gezonde democratie. En omdat een staat die haar burgers het zwijgen wil opleggen, zelf een gevaar wordt voor de veiligheid die zij zegt te beschermen.