Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Geachte heer/mevrouw,
Het voorgestelde wetsartikel over het strafbaar stellen van “verheerlijken van terrorisme” en “openlijke steunbetuiging aan terroristische organisaties” roept bij mij belangrijke vragen op over de effecten op onze grondrechten, in het bijzonder vrijheid van meningsuiting en het recht op demonstratie.
Ik wil de volgende punten ter overweging voorleggen:
• Definitiekaders
• Hoe wordt “verheerlijken” of “steunbetuigen” precies afgebakend?
• Op welke wijze wordt voorkomen dat politieke symbolen, uitingen van solidariteit of historische context onterecht als strafbaar worden aangemerkt?
• Chilling effect en zelfcensuur
• Is onderzocht of deze wet kan leiden tot zelfcensuur onder activisten, journalisten en burgers die zich uitspreken over conflicten of overheden?
• Welke waarborgen zijn er dat het publieke debat hierdoor niet verschraalt?
• Selectieve handhaving
• Hoe wordt gewaarborgd dat de toepassing van deze wet niet politiek of ideologisch gekleurd plaatsvindt?
• Wordt er gemonitord op ongelijke behandeling van bepaalde groepen of standpunten?
• Impact op demonstraties
• Hoe voorkomt de regering dat vreedzame demonstraties of publieke bijeenkomsten onder druk komen te staan omdat organisatoren bang zijn voor vervolging?
• Is er een toetsingskader dat vooraf duidelijkheid biedt aan burgers en organisaties over wat wél en níet strafbaar is?
Gezien de fundamentele aard van deze vrijheden lijkt het noodzakelijk om deze vragen helder te beantwoorden voordat tot wetgeving wordt overgegaan.

Met vriendelijke groet,

Ali Meshkat