Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Dit wetsvoorstel vormt een ernstige bedreiging voor fundamentele rechten in een democratische rechtsstaat.

De termen 'verheerlijken" en 'openbare steunbetuiging' zijn vaag. Waar valt een boord met een leuze voor de vrijheid van onderdrukte gemeenschappen? Of een vlag of andere culturele symbolen zoals de watermelon? Of een stuk van een journalist die toont hoe een machtige entiteit mensenrechten schendt? Deze uitingen hebben geen directe relatie tot deelname of oproepen aan geweld. Ze vallen onder het recht op vrijheid van meningsuiting en persvrijheid, beschermd in artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 van het EVRM. Dit recht is fundamenteel voor democratieën.

De wet stelt culturele symbolen gelijk aan terrorisme, een term die vaak word gebruikt door machthebbers die hun macht wilden behouden. Bijvoorbeeld op inheemse gemeenschappen die weigeren hun land aan multinationals te geven. We zien al wat er gebeurt als een overheid de term terrorisme politiek toegepast: in de VK worden vreedzame symbolen en politieke solidariteit criminaliserd.

Dit vage voorstel opent de deur voor het selectieve bepalen welke standpunten en verhalen mogen bestaan, en zo ondermijnt het het vrije politieke debat die fundamenteel is voor een democratie. Dit wetsvoorstel moet daarom volledig worden ingetrokken.