Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Reactie op het wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Ik ben tegen dit wetsvoorstel en wil de volgende bezwaren onder de aandacht brengen:

1. Inperking van de vrijheid van meningsuiting
De voorgestelde wet heeft een onduidelijke en brede formulering, waardoor deze een verregaande inperking van de vrijheid van meningsuiting kan betekenen. Het risico bestaat dat ook kritische of politieke uitingen die geen directe steun aan terrorisme vormen, onder deze wet kunnen vallen. Dit werkt verlammend op maatschappelijk debat en kan leiden tot zelfcensuur.

2. Vage en subjectieve terminologie
Begrippen als “verheerlijken” en “steunbetuiging” zijn onvoldoende duidelijk omschreven. Hierdoor is het voor burgers, advocaten en rechters lastig te bepalen wat wel en niet strafbaar is. Dat schept juridische onzekerheid en opent de deur naar willekeurige handhaving.

3. Risico op discriminatoire toepassing
De wet kan in de praktijk vooral groepen raken die toch al onder verhoogd toezicht staan, zoals bepaalde religieuze of etnische minderheden. Daarmee draagt het voorstel bij aan stigmatisering en ongelijke behandeling, wat contraproductief is voor sociale cohesie en integratie.

4. Bestaande wetgeving is voldoende
Nederland beschikt al over uitgebreide antiterrorismewetgeving, zoals de strafbaarstelling van deelname aan of ondersteuning van terroristische organisaties. Het is onduidelijk welke concrete lacune dit voorstel oplost. Symbolische wetgeving die vooral gericht is op het ‘afgeven van een signaal’ past niet in een rechtsstaat.

5. Effectiviteit wordt niet aangetoond
Er is geen overtuigend bewijs dat strafbaarstelling van ‘verheerlijking’ van terrorisme daadwerkelijk bijdraagt aan veiligheid of het voorkomen van radicalisering. Integendeel, repressieve wetgeving zonder duidelijke noodzaak kan averechts werken en juist gevoelens van onvrede versterken.

Conclusie
Dit wetsvoorstel vormt een disproportionele inbreuk op fundamentele vrijheden en schept ruimte voor willekeur. In plaats van bij te dragen aan veiligheid, ondermijnt het vertrouwen in de rechtsstaat. Ik verzoek u dan ook om het voorstel in te trekken of grondig te herzien.