Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Ton Prul
|
Plaats
|
Rotterdam
|
Datum
|
16 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Het wetsvoorstel om het verheerlijken van terrorisme en het betuigen van steun aan terroristische organisaties strafbaar te stellen roept ernstige zorgen op.
1. Onvoldoende precisie en rechtszekerheid
De gebruikte termen, zoals “verheerlijken” en “steun betuigen”, zijn vaag en onvoldoende afgebakend. Dit staat op gespannen voet met het legaliteitsbeginsel en creëert ruimte voor willekeurige toepassing.
2. Inbreuk op fundamentele vrijheden
De voorgestelde bepalingen kunnen leiden tot een onevenredige beperking van de vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM). Journalistieke verslaglegging, academische analyse of historische reflectie dreigen hieronder te vallen.
3. Risico op discriminatie en selectieve toepassing
De ruime formulering vergroot de kans dat met name gemarginaliseerde groepen onevenredig geraakt worden. Dit ondermijnt het gelijkheidsbeginsel en kan leiden tot verlies van vertrouwen in de rechtstaat.
4. Overbodigheid en effectiviteit
Bestaande strafbepalingen over opruiing en haatzaaien dekken veel van de beoogde gedragingen al. Er is geen overtuigend bewijs dat de voorgestelde aanvulling daadwerkelijk radicalisering tegengaat.
5. Chilling-effect
De dreiging van strafvervolging kan burgers, journalisten en onderzoekers afschrikken om zich uit te spreken. Dit verzwakt het publieke debat en werkt contraproductief voor een weerbare democratie.
Conclusie
Het voorstel mist precisie, proportionaliteit en wetenschappelijke onderbouwing. Alleen met duidelijke definities, context- en opzetvereisten en waarborgen tegen willekeur kan worden voorkomen dat fundamentele vrijheden in het gedrang komen.