Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Met deze reactie wil ik bezwaar maken tegen het wetsvoorstel dat het ‘verheerlijken van terrorisme’ strafbaar stelt.

Hoewel ik het belang erken van het bestrijden van terrorisme, is dit wetsvoorstel zó vaag geformuleerd dat het grote risico’s oplevert voor de vrijheid van meningsuiting en het recht op vreedzaam protest. Begrippen als “verheerlijken” en “steun betuigen” worden niet helder omschreven. Hierdoor ontstaat ruimte voor willekeur en misbruik.

Het wetsvoorstel kan er in de praktijk toe leiden dat mensen worden vervolgd voor het dragen van een symbool (zoals een Palestijnse vlag of een watermeloenafbeelding) of het uitspreken van solidariteit met onderdrukte bevolkingsgroepen. In andere landen zien we al hoe vergelijkbare wetten vreedzame activisten, journalisten en demonstranten tot doelwit maken.

Daarnaast is de vraag wat een ‘terroristische organisatie’ is, sterk politiek gekleurd. Er bestaan geen universele criteria voor. In het verleden zijn ook organisaties als het ANC (onder Mandela) of de Koerdische PKK als terroristisch bestempeld, terwijl zij zich verzetten tegen onderdrukking. Dit laat zien hoe gevaarlijk het is om verzet gelijk te stellen aan terrorisme.

Dit wetsvoorstel maakt maatschappelijke betrokkenheid en solidariteit strafbaar. Het ontmoedigt mensen om deel te nemen aan het publieke debat, uit angst voor vervolging. Daarmee ondermijnt het de rechtsstaat zelf.

Ik verzoek u dan ook dringend dit voorstel in te trekken of zodanig aan te passen dat:
• de juridische definities veel specifieker worden,
• vreedzaam protest expliciet wordt beschermd,
• en grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting worden gewaarborgd.