Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Mrs steph van den berg
|
Plaats
|
Nieuwegein
|
Datum
|
13 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Beste,
Met dit wetsvoorstel wordt beoogd het verheerlijken van terrorisme en het betuigen van steun aan terroristische organisaties strafbaar te stellen. Hoewel het doel, bescherming van de openbare orde en veiligheid, op zichzelf legitiem is, zijn er ernstige bezwaren tegen de huidige formulering en reikwijdte.
Ik maak bezwaar omdat ik vrees voor praktijken zoals we die in het Verenigd Koninkrijk zien: mensen die opkomen voor mensenrechten en zich uitspreken voor de bevolking in Gaza, waar sprake is van genocide, worden daar strafrechtelijk vervolgd. Dit is in strijd met de democratie en vormt een directe aantasting van de vrijheid van meningsuiting.
1. Onduidelijke en brede begripsomschrijving
De termen “verheerlijken” en “steunbetuigen” zijn vaag gedefinieerd, wat ruimte laat voor subjectieve interpretatie en willekeurige handhaving. Ook uitingen zonder directe aanzet tot geweld kunnen hierdoor strafbaar worden.
2. Onevenredige beperking van de vrijheid van meningsuiting
Artikel 7 Grondwet en artikel 10 EVRM beschermen ook schokkende of controversiële uitingen. Dit voorstel kan leiden tot criminalisering van legitieme politieke, religieuze of historische standpunten zolang er geen directe oproep tot geweld is.
3. Chilling effect
De dreiging van vervolging kan burgers, journalisten, academici en kunstenaars weerhouden van kritische analyses over onderwerpen die met terrorisme in verband worden gebracht, wat het publieke debat verarmt.
4. Risico op ongelijke toepassing
De brede formulering vergroot de kans op selectieve of politiek gekleurde handhaving, waardoor bepaalde groepen onevenredig worden geraakt en het vertrouwen in de rechtsstaat afneemt.
5. Bestaande wetgeving is toereikend
Artikelen 131, 137d en 140a Sr bieden al voldoende mogelijkheden om opruiing, haatzaaien en deelname aan terroristische activiteiten te bestrijden. Extra vage strafbepalingen zijn niet nodig en ondermijnen rechtsgelijkheid.
Conclusie
Hoewel bestrijding van terrorisme belangrijk is, beperkt dit voorstel fundamentele vrijheden onevenredig. Kies voor een gerichtere aanpak die alleen ziet op uitingen met een directe en reële dreiging.
Hoogachtend,
Stephanie van den Berg