Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Westeremden
|
Datum
|
23 juli 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
De termen “verheerlijken” en “steun betuigen” zijn in het voorstel nog niet scherp afgebakend. Daardoor kunnen ze ruim geïnterpreteerd worden:
- Wat valt precies onder “verheerlijken”? Is dat alleen het expliciet toejuichen van geweld, of ook het duiden van achterliggende motieven?
- Wanneer is een organisatie “terroristisch”? De overheid bepaalt dat, maar dat kan verschuiven afhankelijk van het politieke klimaat.
Deze vaagheid kan leiden tot zelfcensuur, omdat mensen bang worden om iets te zeggen dat mogelijk strafbaar zou kunnen zijn.
- Pro-Palestijnse organisaties: In sommige landen zijn delen van Hamas of andere Palestijnse groeperingen als terroristisch bestempeld, maar niet alle steun aan de Palestijnse zaak impliceert steun aan geweld. Een gebaar van solidariteit met Palestijnse burgers zou in extreme interpretatie als steun aan een terroristische organisatie kunnen worden uitgelegd.
- Organisaties zoals Greenpeace: Stel dat Greenpeace in de toekomst als extremistisch of "eco-terroristisch" wordt aangemerkt (zoals in sommige rechtszaken in de VS of bij radicalere afsplitsingen van klimaatactivisten), dan zou een publieke steunbetuiging mogelijk onder dit wetsartikel kunnen vallen.
Activisten, journalisten, wetenschappers en kunstenaars die maatschappelijke misstanden aan de kaak willen stellen (bijvoorbeeld over de oorzaken van terrorisme of over disproportioneel politiegeweld) zouden risico lopen. Kritische uitingen die niet oproepen tot geweld kunnen als “verheerlijking” worden opgevat.
- Een documentairemaker die een jihadstrijder aan het woord laat en zijn beweegredenen onderzoekt.
- Een opiniestuk dat uitlegt waarom sommige jongeren zich aangetrokken voelen tot gewelddadig extremisme.
De vrijheid van meningsuiting is beschermd door o.a. artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Ingrijpen mag alleen als het:
- bij wet is voorzien,
- een legitiem doel dient (zoals nationale veiligheid),
- én noodzakelijk is in een democratische samenleving.
De Europese mensenrechtenjurisprudentie is streng: slechts bij directe aanzet tot geweld of haat mag de vrijheid worden beperkt. Als deze wet te ruim wordt toegepast, riskeert Nederland veroordeling door het Europees Hof.