Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Er zullen maar weinigen zijn die tegen het strafbaarstellen van terrorisme zijn. Maar dit wetsvoorstel gaat veel verder dan dat, met het strafbaarstellen van het verheerlijken van en steun betuigen aan terrorisme. Dit is al meer dan voldoende verankerd in het strafrecht. Waar er bij verheerlijking van of steun betuigen aan terrorisme wrijving met de vrijheid van meningsuiting ontstaat, biedt het EVRM voldoende ruimte om die vrijheid te beperken ten gunste van het algemeen belang of de (nationale) veiligheid. Daarmee is de voorgestelde uitbreiding van de strafbaarstelling dan ook overbodig.

Vrijheid van meningsuiting en demonstratie is een zeer groot goed in onze democratie, verankerd in de Grondwet. Dit wetsvoorstel lijkt deze essentiele pilaren van onze democratie te ondergraven. Het beperkt de vrijheid van demonstratie, (artistieke) protestuitingen en de vrijheid van meningsuiting op basis van vage niet gedefinieerde begrippen en dito begrenzing die ruimte laat voor eigen interpretatie van de bewindspersoon. Daar waar het gaat om fundamentele grondrechten is dit een grote bedreiging en een risico op politieke inmenging.

Het wekt de schijn te zijn ingegeven door de wens om bepaalde steunbetuigingen in de samenleving in de kiem te smoren. Denk hierbij aan de protesten tegen het geweld van de staat Israel tegen de Palestijnse bevolking. Volgens het internationaal recht moet eenieder opkomen voor een bevolking wanneer er een genocide dreigt, maar voorliggende wetgeving zou demonstraties tegen het uithongeren van Gazanen door de staat Israel strafbaar kunnen stellen door dit te framen als steun aan Hamas. Ook uitingen met algemene symbolen als de watermeloen zouden bezorgde burgers hiermee strafbaar maken.

De huidige wetgeving biedt ruim voldoende mogelijkheid om verheerlijken van en steun aan terroristisch geweld strafbaar te stellen. Deze wet is daarmee overbodig en onwenselijk, en gaat met onvoldoende heldere definities en onvoldoende waarborgen voor de vrijheid van meningsuiting en het demonstratierecht veel te ver en in tegen onze grondrechten.