Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Geachte,

Ik spreek mijn bezwaar uit tegen het wetsvoorstel dat vreedzaam protest voor Palestina beperkt. Artikel 7 van de Grondwet beschermt de vrijheid van meningsuiting en vreedzaam demonstreren. Dit wetsvoorstel beperkt deze rechten op basis van de inhoud van de boodschap, wat onacceptabel is. Niemand mag burgers het recht ontnemen hun stem te laten horen of solidariteit te tonen.
Protesten over Gaza zijn legitiem en noodzakelijk. Bij het Internationaal Strafhof in Den Haag lopen onderzoeken naar mogelijke oorlogsmisdaden en genocide. Vreedzaam protest hierover is geen terrorisme, maar een legitiem en vreedzaam burgerlijk conduct, een uiting van solidariteit namens mensen die zelf niet gehoord worden. Het wetsvoorstel ondermijnt het publieke debat en belemmert burgers om op te komen voor fundamentele mensenrechten.
Het is tegenstrijdig dat acties zoals het verbranden van boeken zijn toegestaan, terwijl vreedzaam protest tegen ernstige mensenrechtenschendingen wordt beperkt. Dit tast de democratische waarden en het vertrouwen in de rechtsstaat aan. De ernst van de situatie doet denken aan historische tragedies zoals de Holocaust. Burgers hebben het recht te waarschuwen en hun mening te uiten over genocide en ernstige schendingen van internationaal recht.
Het wetsvoorstel vormt een disproportionele inbreuk op fundamentele rechten en internationale verplichtingen. Burgers moeten vrij zijn om vreedzaam te demonstreren, informatie te delen en aandacht te vragen voor mensenrechten, zonder strafrechtelijke consequenties. Het criminaliseren van solidariteit en feitelijke waarschuwingen is onacceptabel en ongrondwettelijk.