Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Ik begrijp en onderschrijf het belang van veiligheid en het tegengaan van geweld, maar ik maak mij ernstige zorgen over de verstrekkende gevolgen van dit wetsvoorstel voor onze democratische kernwaarden, in het bijzonder de vrijheid van meningsuiting.

De vrijheid om ons uit te spreken – ook als onze mening ongemakkelijk, kritisch of impopulair is – vormt een fundament van een vrije samenleving. Dit wetsvoorstel, zoals het nu geformuleerd is, schept een gevaarlijk grijs gebied waarin legitieme politieke kritiek of het uiten van medeleven met een onderdrukte bevolkingsgroep verkeerd kan worden uitgelegd en strafbaar kan worden gesteld.

Mijn hart gaat uit naar het Palestijnse volk, dat al generaties lang onder bezetting, geweld en onrecht leeft. Het tonen van compassie met hun leed, het benoemen van hun recht op vrijheid en waardigheid, of het oproepen tot een einde aan onderdrukking, mag nooit verward worden met het verheerlijken van terrorisme. Het gevaar is dat deze wet de ruimte voor zulke uitingen ernstig beperkt, uit angst voor verkeerde interpretatie.

In een rechtsstaat is het essentieel dat we onderscheid blijven maken tussen het oproepen tot geweld en het vreedzaam uiten van solidariteit of politieke standpunten. Het criminaliseren van openlijke steunbetuigingen, zonder duidelijke en zeer strikte afbakening, kan leiden tot zelfcensuur, angst en een verschraling van het publieke debat.

Wij moeten waken voor wetten die – hoe goed bedoeld ook – onze fundamentele vrijheden uithollen. Echte veiligheid ontstaat niet door zwijgen op te leggen, maar door ruimte te laten voor dialoog, kritiek en compassie. Alleen zo kunnen we een samenleving behouden waarin rechtvaardigheid, menselijke waardigheid en vrijheid vooropstaan.

Met respect en in de hoop op een zorgvuldige heroverweging,

Theresa van der Veen