Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Amsterdam
|
Datum
|
16 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Dank dat ik als burger mag reageren. Ik ben diep bezorgd over de gevolgen van dit voorstel.
Allereerst juridisch. Het strafrecht eist glasheldere begrippen. “Verheerlijking” en “steunbetuiging” zijn zo vaag dat niemand kan voorspellen wat wel en niet strafbaar is. Dat botst direct met het legaliteitsbeginsel (art. 1 Sr) én met art. 7 Grondwet. Het EHRM heeft keer op keer gezegd: ook scherpe, schokkende meningen vallen onder art. 10 EVRM. Juist die vaagheid maakt de wet onhoudbaar voor de rechter.
Daarnaast is dit voorstel overbodig. Opruiing, haatzaaien, werven voor terrorismedoeleinden: allemaal zijn ze al strafbaar (artikelen 131, 137, 205 Sr). Het gaat dus niet om een gat in de wet, maar om symboolpolitiek.
En daar komt de politiek om de hoek kijken. Want wie bepaalt straks wat “verheerlijking” is? De PVV heeft een duidelijke geschiedenis: klimaatactivisten “eco-terroristen”, Palestina-demonstranten “Hamas-knuffelaars”, critici “landverraders”. Dit wetsvoorstel wordt daarmee een instrument in de handen van één partij en één leider. En wie vandaag denkt: “het treft moslims of activisten”, moet bedenken: morgen ben jij aan de beurt met je eigen mening.
Dit raakt aan het filosofische en menselijke hart van onze democratie. Vrijheid van meningsuiting is geen luxe, het is de zuurstof van ons maatschappelijk debat. Democratie betekent juist dat we ruimte maken voor onwelgevallige meningen, voor de scherpe kritiek, voor het ongemakkelijke gesprek. Zodra we dat inruilen voor strafrecht omdat een leider die woorden niet zint, glijden we weg van een democratische rechtsstaat naar een angstmaatschappij.
Wie vrijheid inperkt uit angst voor terrorisme, ondermijnt precies datgene wat terroristen níet mogen winnen: onze openheid, onze rechtvaardigheid, ons vertrouwen dat woorden weerlegd moeten worden met woorden — niet met het strafrecht.
Ik vraag u daarom dringend: verwerp dit wetsvoorstel. Terrorisme bestrijden doen we met bestaande, goede wetten. Democratie beschermen doen we door kritisch te blijven, ook tegen de macht. Laten we vrijheid niet uit handen geven onder het mom van veiligheid. Want als dat gebeurt, verliezen we precies dat wat we wilden verdedigen.
Wees gegroet!
Een kritische, bezorgde burger uit Amsterdam