Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Leiden
Datum 1 juli 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Eerdere reacties hebben mijn mening over het wetsvoorstel goed verwoord. Ik heb besloten om de reactie van A. Rooijakers te gebruiken en te plaatsen (die heeft hem gekopieerd van een anonieme reactie uit Amsterdam). Ik sluit mij hier volledig bij aan.

Hoewel het bestrijden van terrorisme essentieel is, roept dit wetsvoorstel serieuze zorgen op over proportionaliteit, noodzaak en impact op de vrijheid van meningsuiting. De huidige wetgeving biedt al voldoende mogelijkheden om terrorisme, opruiing en haatzaaien strafrechtelijk aan te pakken. Het is onduidelijk welke leemte dit voorstel werkelijk vult. Daardoor ontstaat het risico dat uitingen zonder oproep tot geweld of daadwerkelijke dreiging toch strafbaar worden.

De termen “verheerlijken” en “steunbetuiging” zijn vaag en open voor subjectieve interpretatie. Dit schept rechtsonzekerheid en maakt het mogelijk dat kritische, politieke of activistische uitingen – bijvoorbeeld solidariteit met onderdrukte volkeren – ten onrechte als strafbaar worden gezien. Juist in een democratische rechtsstaat moeten ook ongemakkelijke of provocerende meningen kunnen klinken, zolang zij geen geweld aanmoedigen.

Bovendien is het risico op selectieve toepassing reëel. Groepen die al onder verhoogd toezicht staan, zoals moslimgemeenschappen of activistische bewegingen, kunnen hierdoor sneller worden vervolgd op basis van hun uitingen. Dat vergroot maatschappelijke ongelijkheid en kan het vertrouwen in de rechtsstaat ondermijnen.

Vrijheid van meningsuiting is een fundamenteel recht. Het strafrecht zou pas ingezet mogen worden wanneer andere middelen tekortschieten, niet als middel om vage of onwelgevallige uitingen te onderdrukken. Dit wetsvoorstel dreigt de grenzen van dat recht onnodig op te rekken.

Ik roep daarom op om dit wetsvoorstel niet in te dienen. Investeer in preventie, maatschappelijke dialoog en rechtsstatelijke bescherming van vrijheden. Alleen zo behouden we een open samenleving waarin ideeën bestreden worden met betere ideeën – niet met repressie.