Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Nijmegen
|
Datum
|
13 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Nederland heeft al lang een verbod op haatzaaiing, geweldpleging of aanzetting tot geweld. Het enige wat deze wet toevoegt, is een vaag concept van 'steun' aan een vaag concept van 'terrorisme'. Nergens in de wet, niet in dit voorstel, noch in de sanctiewet van 1977 die genoemd wordt, is terrorisme verder gedefinieerd dan 'omdat de overheid er een straf op zet'. In het dagelijks taalgebruik is een terrorist niets meer dan iemand die bovenstaande al strafbare feiten gebruikt, waardoor een expliciet verbod op verheerlijking van terrorisme niets toevoegt buiten de mogelijkheid om partijen te verbieden die deze strafbare feiten juist niet inzetten. Mag je de beschuldiging van terrorisme betwisten? Volgens artikel 132c niet.
In de toelichting van het voorstel wordt gesproken over de vlaggen van organisaties. Die kunnen mensen een onveilig gevoel geven, maar zijn op zichzelf niet onveilig en kunnen niet gelijkgesteld worden aan verheerlijking van schadelijke acties, tenzij de vlag zelf die verheerlijking bevat, bijvoorbeeld in de vorm van een genocidale leus. In dat geval kan weer worden teruggevallen op een al strafbaar feit, een oproep tot geweld, zonder tussenkomst van ongedefinieerde begrippen zoals terrorisme.
Maar de wet geldt niet alleen voor IS- of Hamasvlaggen bij protesten. Stel, hypothetisch, dat iemand wordt beschuldigd van een misdrijf waarvoor een levenslange gevangenisstraf gesteld is. Mag je dan zeggen dat je die actie begrijpt? Dat het geoorloofd was, of zelfs uitgelokt door beleid? Mag een afbeelding van deze aard, historisch dan wel propagandistisch of zelfs kunstzinnig, in een openbaar museum tentoongesteld worden? Volgens artikel 132b niet.
Het is evident dat dit wetsvoorstel geen mensen beschermt die niet al door de wet beschermd werden, maar wel vormen van protest en maatschappelijk debat verbiedt. Het is een onredelijke terugval op een ongedefinieerd begrip waarmee anderszins niet strafbare feiten toch strafbaar gesteld kunnen worden. Het is daarmee een onnodige, zelfs schadelijke beperking van de vrijheid van meningsuiting.