Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Amsterdam
|
Datum
|
13 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Ik maak me ernstige zorgen dat dit wetsvoorstel een glijdende schaal creëert, vergelijkbaar met de ontwikkelingen in het VK en Duitsland. In deze landen zien we dat zowel burgerlijke ongehoorzaamheid als vreedzaam protest rond thema's waar de heersende macht niet achter staat, zoals steun voor Palestina, snel worden geframed als terrorisme en daarmee in sommige gevallen strafbaar zijn geworden.
Demonstreren is een legitiem en historisch bewezen effectief middel om op te komen tegen een onderdrukkend systeem, juist wanneer men geen politieke macht heeft. In Nederland zien we al dat pro-Palestijnse organisaties in het politieke discours worden weggezet als radicaal of terroristisch, terwijl er sprake is van duidelijke dubbele standaarden: het Israëlische regime wordt niet zo benoemd, terwijl Hamas dat wel wordt. Wat als ‘terroristisch’ wordt aangemerkt, is in wezen een politieke keuze en kan per regering verschillen.
Dit wetsvoorstel opent de deur voor het strafbaar maken van vreedzame uitingen en symbolen die door bepaalde politieke krachten onwenselijk worden gevonden. In Duitsland is de leus “From the river to the sea, Palestine will be free” soms al strafbaar; in het VK is een grote pro-Palestijnse actiegroep (Palestine Action) tot terroristische organisatie verklaard.
Vandaag zijn het pro-Palestijnse activisten die geraakt worden, maar in de toekomst kunnen ook LHBTQ+-groepen, milieuactivisten of andere oppositiebewegingen op dezelfde manier het zwijgen worden opgelegd. Deze wet bedreigt niet alleen de vrijheid van meningsuiting en het demonstratierecht, maar ook de fundamenten van een pluriforme democratie.
Deze wet vergroot het risico op chilling effects voor legitieme meningsuiting en demonstratie, in strijd met artikel 7 Grondwet en artikel 10/11 EVRM. Ik verzoek daarom om (a) scherpe, enge definities, (b) een expliciete noodzakelijkheid- en proportionaliteitstoets gekoppeld aan aantoonbaar gevaar, en (c) uitzonderingsclausules voor journalistiek, wetenschap, kunst en vreedzaam protest.