Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Den Haag
|
Datum
|
27 juli 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Geachte leden van de tweede kamer/Geachte minister van Justitie en veiligheid,
Met dit bericht maak ik bezwaar tegen het wetsvoorstel tot strafbaarstelling van de verheerlijking van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties.
Het roept vragen op van proportionaliteit, de rechtszekerheid en de verenigbaarheid met fundamentele vrijheden, in het bijzonder de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging. artikel 7 grondwet en artikel 10 en 11 van het EVRM
Wat precies is het bezwaar:
-Burgers weten onvoldoende wat strafbaar is. grondwet artikel 16
-Rechters krijgen teveel ruimtte voor interpretatie
-Kritiek op buitenlandse of nationale beleidskeuzes mogelijk vallen onder deze strafbaarstelling, bijv. door vrijheidsstrijd van bepaalde groeperingen.
-Inbreuk op vrijheid van meningsuiting: criminaliseert symbolische of politieke uitingen, kan leiden tot het onthouden van de mening uit angst voor vervolging, raakt vooral minderheden of activistische groeperingen, selectieve handhaving en stigmatisering.
-Er zijn al voldoende strafbepalingen artikel 132 Sr, artikel 137d sr, artikel 140a sr, artikel 83 e.v. aanvullende bepalingen leidt tot stapeling van wetgeving met risico op overcriminalisering en uitholling van burgervrijheden.
-Disproportionaliteit en effectiviteit: Een beperkt aantoonbaar effect, repressieve maatregelen zonder duidelijke criteria versterkt polarisatie. UIt de praktijk Frankrijk en UK rechtszaken tegen journalisten, activisten en kunstenaars.
Ik verzoek u dringend om het wetsvoorstel in deze vorm te heroverwegen en nog beter in te trekken. Bescherming van de democratische rechtsstaat vereist waakzzamheid tegenover zowel terrorisme als tegenover het sluipend uithollen van fundamentele rechten. Vrijheid van meningsuiting en politieke expressie mogen niet onder het mom van veiligheid worden opgeofferd.