Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Ik maak bezwaar tegen dit wetsvoorstel om de volgende redenen:
- Vrijheid van meningsuiting
De vrijheid om je mening te uiten is een grondrecht, vastgelegd in onze Grondwet en in Europese verdragen. Dit recht geldt ook voor uitingen die ongemakkelijk of controversieel zijn. Alleen wanneer woorden oproepen tot haat of geweld mag de overheid ingrijpen. Dit wetsvoorstel gaat verder en kan daardoor mensen afschrikken om zich vrij uit te spreken en kan te ruim worden geïnterpreteerd waardoor er misbruik van gemaakt kan worden.
- Demissionair kabinet
Het huidige kabinet is demissionair. Dat betekent dat het geen nieuw beleid of ingrijpende wetswijzigingen zou moeten doorvoeren, zeker niet op een terrein dat zo gevoelig is als de beperking van grondrechten. Zulke besluiten horen bij een kabinet dat daar een volledig mandaat voor heeft, waarbij de drie overige bezwaren overigens nog steeds stand zouden houden.
- Bestaande wetten zijn voldoende
Wat dit wetsvoorstel wil bereiken, wordt bijna geheel al geregeld door bestaande wetgeving. Oproepen tot geweld en steun aan terrorisme zijn nu al strafbaar. Nieuwe, overlappende regels zorgen alleen voor onduidelijkheid en vergroten de kans op willekeurige en misplaatste toepassing.
- Risico’s voor de samenleving
Door vage begrippen als “verheerlijken” of “steunen” strafbaar te maken, ontstaat ruimte voor interpretatie. Dat kan leiden tot willekeur en een zogenoemd chilling effect: mensen en organisaties gaan zich uit angst inhouden, ook als hun uitingen legitiem zijn. Dat schaadt het open en vrije debat dat onmisbaar is in een democratie.

Conclusie
Dit wetsvoorstel is onnodig, ondemocratisch en in strijd met de vrijheid van meningsuiting. Het beperkt een grondrecht zonder dat daar een noodzaak voor is. Ik pleit er daarom voor dit voorstel niet verder te behandelen.