Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Met afschuw kijk ik naar dit wetsvoorstel. Onder het mom van het bestrijden van terrorisme wordt hier een juridische sluiproute gecreëerd om kritiek op onderdrukking, kolonisatie en genocide monddood te maken. Dit voorstel ondermijnt de vrijheid van meningsuiting, criminaliseert politieke solidariteit en zet de deur open voor willekeurige vervolging.

De termen “verheerlijken van terrorisme” en “openbare steun aan terroristische organisaties” zijn zó vaag dat ze ieder uitgesproken geluid tegen bijvoorbeeld de misdaden in Gaza kunnen omvatten. Wordt het tonen van een Palestijnse vlag straks strafbaar? Of een gedicht over verzet? Of een Instagram-post waarin je kolonisatie apartheid noemt? Het antwoord, vrezen velen, is ja.

Dit wetsvoorstel zal niet leiden tot meer veiligheid, maar tot meer angst. Tot zelfcensuur. Tot het vervolgen van mensen die hun stem gebruiken voor wie geen stem meer heeft. Want laten we eerlijk zijn: dit is geen wet tegen terreur, dit is een wet tegen verzet.

De timing van de consultatie midden in de zomervakantie, van 20 juli tot 16 augustus roept eveneens vragen op. Is het toeval dat dit voorstel precies nu wordt doorgedrukt, in een periode van collectieve afwezigheid? Of is dit bewuste politieke strategie?

Wie dit voorstel steunt, steunt het inperken van fundamentele vrijheden. Steunt het framen van compassie als gevaar. Steunt het vervolgen van burgers die weigeren te zwijgen over onrecht.

Ik verwerp dit wetsvoorstel in zijn geheel. Omdat recht niet begint met straf, maar met waarheid. Omdat verzet tegen onrecht nooit strafbaar mag zijn. En omdat de grootste dreiging voor onze rechtsstaat niet de meningen van burgers zijn maar wetten die hen het zwijgen opleggen.