Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Geachte leden,

Met zorg heb ik kennisgenomen van het wetsvoorstel. Ik maak hiertegen bezwaar om de volgende redenen:

1. **Onvoldoende juridische precisie**
Het voorstel mist duidelijke definities en afbakening van centrale begrippen. Dit leidt tot rechtsonzekerheid en geeft ruimte voor willekeurige toepassing door opsporingsdiensten en het Openbaar Ministerie. Goede wetgeving vereist heldere en nauwkeurige formuleringen, zodat burgers weten waar zij aan toe zijn en rechters een eerlijke toetsing kunnen uitvoeren.

2. **Overtollig en overbodig**
De bestaande wetgeving, met name artikel 132 van het Wetboek van Strafrecht, biedt al ruime mogelijkheden om aanzetten tot geweld en haatzaaien effectief te bestrijden. Het nieuwe voorstel voegt geen nieuwe bescherming toe, maar vergroot wel het risico op misbruik.

3. **Inperking van grondrechten**
Het voorstel dreigt een koelend effect te hebben op de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en het recht om te demonstreren. Deze grondrechten zijn essentieel voor een gezonde democratie en mogen niet onnodig worden beperkt. Een brede formulering kan leiden tot zelfcensuur en angst voor vervolging, ook bij legitieme uitingen van protest of kritiek.

4. **Selectieve handhaving**
Er is een reëel gevaar dat de wet onevenredig wordt ingezet tegen specifieke groepen of meningen, bijvoorbeeld tegen activisten, journalisten of minderheden. Dit ondermijnt het vertrouwen in de rechtsstaat en kan leiden tot een klimaat van angst en onderdrukking.

5. **Gebrek aan noodzaak en proportionaliteit**
Er is onvoldoende aangetoond dat de huidige wetgeving tekortschiet. Een nieuwe, ruim geformuleerde wet is niet proportioneel en niet noodzakelijk. De voorgestelde maatregelen zijn onevenredig in verhouding tot het beoogde doel.

6. **Internationale verplichtingen**
Nederland is gebonden aan internationale verdragen die de vrijheid van meningsuiting beschermen, zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit voorstel dreigt in strijd te komen met deze verplichtingen en kan leiden tot onnodige procedures bij nationale en internationale gerechtshoven.

Ik verzoek u dit wetsvoorstel te heroverwegen en u te concentreren op het handhaven en verbeteren van de bestaande wetgeving, in plaats van nieuwe, vage en potentieel repressieve regels in te voeren.

Hoogachtend,