Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Betreft: Bezwaar tegen wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Ik maak bezwaar tegen dit wetsvoorstel, omdat het een directe bedreiging vormt voor de vrijheid van meningsuiting en het recht op vreedzaam demonstreren, zoals vastgelegd in artikel 7 en 9 van de Grondwet en artikel 10 en 11 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
In de huidige politieke context wordt steun aan onderdrukte bevolkingsgroepen, zoals de Palestijnen, onterecht vaak in verband gebracht met organisaties op de terrorismelijst. Deze lijst is veranderlijk, kan zonder brede publieke kennisgeving worden uitgebreid, en is daardoor vatbaar voor misbruik en willekeur. Dit creëert een klimaat waarin burgers uit angst voor vervolging hun mening inslikken: een gevaarlijke vorm van zelfcensuur die haaks staat op een open democratie.
Daarnaast is deze maatregel disproportioneel: bestaande wetgeving biedt al voldoende mogelijkheden om daadwerkelijke opruiing en steun aan geweld te bestrijden. Dit wetsvoorstel gaat verder dan nodig is, en maakt ook vreedzaam activisme en gerechtvaardigde politieke kritiek strafbaar.
In een democratische rechtsstaat moet de overheid juist de ruimte beschermen om zich publiekelijk te verzetten tegen onrecht, ook als dat politiek gevoelig ligt. Vrijheid van meningsuiting mag niet afhankelijk worden gemaakt van een wisselende lijst en politieke interpretatie, maar moet een stevig en blijvend beschermd recht zijn.