Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Dit wetsvoorstel is niet gebaseerd op feitelijke ontwikkelingen, die om sterke beleidsregels vragen. Het is gebaseerd op onderbuikgevoelens van een partij die geen deel meer uitmaakt van het kabinet en dat is onvoldoende legitimatie om het wetsvoorstel verder in procedure te nemen.
Inhoudelijk is het wetsvoorstel onder de maat omdat de criteria van de strafbaarheid niet strikt zijn geformuleerd. De twee sleutelbegrippen “terrorisme” en “verheerlijken” zijn niet gedefineerd, evenmin als een strikte aanduiding van “leuzen” of “afbeeldingen” die niet meer gebruikt zouden mogen worden. Dit leidt er toe dat de interpretatie van deze begrippen door een rechter zal moeten worden ingevuld, zonder dat de rechter daar een goede richtlijn voor heeft. De Memorie van Toelichting geeft zelf de voorbeelden van de moeilijkheden die deze interpretatie in het buitenland teweeg brengt.
Voorts is het volstrekt onduidelijk hoe de nieuwsgaring met deze wet getroffen worden. Als het afbeelden van terroristen met vlaggen verboden wordt, kan daar geen beeld of tekst meer over gemaakt worden. Ook cartoons en andere al dan niet kunstzinnige verwijzingen naar als terrorisme beschouwde organisaties zou strafbaar worden.
De wet opent ook een deur voor tal van politiek gekleurde aanklachten, waar het OM mee aan de slag zal moeten gaan. In analogie van de commerciële wereld, zullen ook hier veel SLAM-zaken gestart kunnen worden: inhoudelijk kansloos, maar bedoeld als afschrikking richting kleinere, minder vermogende partijen.
Tenslotte is recent de uitwerking van een dergelijke wet zichtbaar geworden. Een actiegroep heeft kans gezien enkele vliegtuigen te bekladden. In plaats dat het slechte nieuws is dat een luchtmachtbasis zomaar betreden kan worden, wordt de actiegroep tot terroristische organisatie bestempeld. Gevolg is dat nu elke burger gearresteerd wordt als die maar ook enige gelijkenis heeft met de teksten van deze actiegroep.
De Raad van State moet nog over dit wetsvoorstel adviseren. Ik hoop dat u, minister, de adviezen van al deze insprekers èn dat van de Raad van State niet naast u neerlegt.