Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Met dit wetsvoorstel begeeft de overheid zich op gevaarlijk terrein door te bepalen wat wel en niet als “terroristische organisatie” geldt, zonder voldoende onafhankelijke toetsing of democratische controle. Daarmee dreigt een situatie waarin politieke voorkeuren of internationale druk bepalend worden voor wie het zwijgen wordt opgelegd, in plaats van objectieve rechtsstatelijke criteria.
Deze wet vormt een ernstige inbreuk op de vrijheid van meningsuiting en het recht op vreedzaam protest – beide fundamentele pijlers van een democratische rechtsstaat. De vage formulering van “verheerlijking” of “steunbetuiging” maakt het mogelijk om activisten, journalisten of burgers strafrechtelijk te vervolgen louter op basis van kritiek op het buitenlandbeleid of solidariteit met onderdrukte bevolkingsgroepen. Daarmee lijkt deze wet vooral bedoeld om groepen demonstranten en ‘lastige’ activisten het zwijgen op te leggen.
Tegelijkertijd biedt het wetsvoorstel geen effectieve oplossing voor daadwerkelijke steun aan terroristische daden. Hierdoor dreigt het eerder een politiek instrument te worden dan een juridisch noodzakelijke aanvulling op bestaande wetgeving.
Ik spreek daarom mijn principiële bezwaar uit tegen dit wetsvoorstel en roep op tot heroverweging in het belang van een open, vrije en democratische samenleving.