Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Dordrecht
|
Datum
|
15 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Het wetsvoorstel roept ernstige zorgen op. De huidige bewoordingen zijn zo ruim en vaag dat ze ruimte laten voor willekeur en subjectieve interpretatie. Dergelijke onduidelijkheid maakt de rechtspositie van burgers kwetsbaar en kan leiden tot ongelijke of politieke toepassing van de wet.
We beschikken al over wetgeving die het aanzetten tot geweld duidelijk strafbaar stelt. Bestaande bepalingen bevatten specifieke criteria en zijn ontworpen om zorgvuldig door de rechter te worden getoetst. Daarmee is er nu al een evenwicht tussen de bestrijding van gevaarlijke uitlatingen en het beschermen van grondrechten.
Het nieuwe voorstel dreigt dat evenwicht te verstoren. Het kan ingrijpende gevolgen hebben voor de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid en het recht om vreedzaam te demonstreren. Juist deze rechten stellen mensen in staat om misstanden aan te kaarten, druk uit te oefenen op overheid en bedrijven, en gezamenlijk op te komen voor maatschappelijke doelen. Als deze vrijheden onder druk komen te staan, verarmt het publieke debat en verzwakt de democratie.
Daarbij bestaat het gevaar dat de wet in de praktijk vooral gebruikt wordt tegen specifieke groepen of politieke standpunten. Uitingen van solidariteit met bepaalde internationale bewegingen zouden hierdoor onterecht als strafbaar kunnen worden aangemerkt. Zo’n ontwikkeling zou niet alleen schadelijk zijn voor de betrokkenen, maar ook voor het vertrouwen in een eerlijke rechtsstaat.
Een open samenleving vraagt om duidelijke, beperkte en toetsbare regels. Vaag geformuleerde verboden brengen vooral het risico met zich mee dat mensen uit angst voor vervolging zwijgen, zelfs wanneer hun uitingen volkomen legitiem zijn. In plaats van extra, onduidelijke wetgeving, zou de focus moeten liggen op het handhaven van de bestaande, goed afgebakende strafbepalingen.