Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Met deze reactie wil ik bezwaar maken tegen dit wetsvoorstel. Hoewel het bestrijden van terroristische daden en de organisaties die deze hebben gepleegd uiterst belangrijk is, geeft dit wetsvoorstel m.i. teveel ruimte voor (toekomstige) willekeur in zijn toepassing.

Het kennelijke gemak waarmee organisaties, die een boodschap verkondigen die ingaat tegen de op dat moment dominante politieke kleur, het stempel terroristisch krijgen, zie Palestine Action in het VK, baart mij zorgen over de mogelijke toekomstige toepassing van deze wet, na inwerkingtreding. In context van het conflict tussen Israel en Palestina wordt nu druk uitgeoefend op zij die steun geven of betuigen aan de Palestijnen. Het is niet ondenkbaar dat (in andere politieke context) de rollen omdraaien; dat steun aan Israel (vanwege haar daden in Gaza en op de Westoever) niet langer ongestraft kan. Dat lijkt me niet de door de huidige Tweede Kamer gewenste uitwerking van dit wetsvoorstel. Over dit conflict en andere situaties, verdient de vrije meningsuiting de grootst mogelijke bescherming. Dit wetsvoorstel geeft daarvoor onvoldoende waarborgen.

Het wetsvoorstel dreigt daarnaast een te ruime interpretatie mogelijk te maken van wat “verheerlijking” of “openbare steunbetuiging” inhoudt. Hierdoor ontstaat het risico dat ook legitieme maatschappelijke of politieke uitingen onder deze strafbaarstelling vallen. Kritiek op buitenlandse regimes, solidariteitsbetuigingen met onderdrukte bevolkingsgroepen of het delen van bepaalde symbolen kunnen ten onrechte worden gekwalificeerd als steun aan terrorisme.

Ik verzoek u dan ook om het voorstel in heroverweging te nemen en meer waarborgen in te bouwen om misbruik of overmatige inperking van de vrijheid van meningsuiting te voorkomen.