Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Ik ben fel tegen dit wetsvoorstel, omdat het de vrijheid van meningsuiting, een pijler van onze democratie zoals beschermd onder artikel 10 EVRM, ernstig bedreigt. De termen ‘terrorisme’, ‘verheerlijking’ en ‘steunbetuiging’ zijn juridisch vaag, wat willekeurige en politiek gemotiveerde handhaving mogelijk maakt. Wat nu kritiek of solidariteit is, kan morgen als ‘verheerlijking’ worden bestempeld, afhankelijk van politieke voorkeuren. Dit schaadt de rechtszekerheid en zet de deur open voor strafbaarstelling van uitingen op basis van ideologie.Het voorstel criminaliseert niet alleen opruiing of geweld, maar ook meningen, analyses en symbolische uitingen zoals emoji’s of hashtags, gangbaar in het digitale tijdperk. Dit treft burgers, academici, journalisten, activisten en demonstranten, wier rechten op vrije meningsuiting en vreedzaam protest worden ingeperkt. Het is disproportioneel en overbodig, gezien bestaande wetten al haatzaaien, opruiing en steun aan terrorisme aanpakken.Daarnaast lijkt het wetsvoorstel selectief gericht op moslims. Het label ‘terrorisme’ wordt disproportioneel vaak toegepast op islamitische groeperingen, terwijl andere vormen van geweld minder streng worden beoordeeld. Steun voor de Palestijnse zaak wordt vaak geframed als steun voor Hamas, terwijl burgers het recht hebben zich uit te spreken tegen mensenrechtenschendingen. Deze selectieve toepassing stigmatiseert, discrimineert en voedt polarisatie.Tot slot kan deze wet door extreemrechtse krachten worden misbruikt om kritische of activistische stemmen te onderdrukken, waardoor het publieke debat wordt scheefgetrokken. Dit voorstel past in een autoritaire staat, niet in een vrije democratie. Het is vaag, overbodig en gevaarlijk, en vormt een glijdende schaal naar repressie. Ik roep op tot verwerping van dit wetsvoorstel om fundamentele vrijheden en gelijke behandeling te waarborgen.