Wet verwerking persoonsgegevens coördinatie en analyse terrorismebestrijding en nationale veiligheid

Reactie

Naam drs. O Verhoeven
Plaats Zaandam
Datum 29 juni 2021

Vraag1

Wilt u reageren op het voorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een tekst te typen of door een document te downloaden.
Ondergetekende maakt ernstig bezwaar tegen bovengenoemde "Wet verwerking persoonsgegevens coördinatie en analyse terrorismebestrijding en nationale veiligheid", in het bijzonder tegen het daarin gestelde onder artikel 4 lid 1, 2, 3 en 5.

Voor wat betreft lid 1, "persoonsgegevens":
het bezwaar betreft het zonder medeweten c.q. instemming van een persoon vergaren van persoonsgegevens van betrokkene.

Voor wat betreft lid 2, "persoonsgegevens afkomstig uit voor een ieder toegankelijke informatiebronnen":
- dit is een onaanvaardbare inbreuk op de privacy van een persoon, omdat het oogmerk is gegevens vergaren ook bij het ontbreken van enige verdenking van een strafbaar feit;
- de gegevens worden vergaard buiten medeweten van de betrokken persoon;
- er zullen ook NIET "voor een ieder toegankelijke informatiebronnen" aangeboord worden gezien voorgenomen inbreuk op versleuteld Whatsapp-verkeer.

Voor wat betreft lid 3, "een min of meer volledig beeld van aspecten van het persoonlijk leven":
deze vage omschrijving laat NCTV veel ruimte om gegevens te vergaren alvorens melding wordt gedaan aan de Autoriteit Persoonsgegevens.
Voorts is onduidelijk wanneer en door wie de betrokken persoon over het onderzoek naar hem of haar wordt ingelicht.
Verder is de Autoriteit Persoonsgegevens volstrekt onvoldoende geëquipeerd, zowel met mensen als met middelen, om de reeds bestaande stroom klachten over privacyschending door de overheid in behandeling te nemen, gelet op de door haar afgegeven signalen terzake (zie Tweakersnet/nieuws d.d. 14-02-2020 en 10-11-2020).

Voor wat betreft lid 5, "Persoonsgegevens worden vernietigd zodra zij niet langer noodzakelijk (...)":
volstrekt onduidelijk is wanneer bedoelde gegevens niet langer noodzakelijk zullen zijn, wie daarover beslist, en of de vernietiging ook daadwerkelijk plaats zal vinden. Voor dat laatste is geen garantie.
Een als tijdelijk bedoelde toestand -het bezit van de persoonsgegevens- kan dan blijvend worden.

Conclusie
Ondergetekende acht bovengenoemde wet in strijd met art. 10 en 13 van de Grondwet en met art. 8 van het ERVM, en maakt derhalve bezwaar tegen genoemde wet.


G Verhoeven, Zaandam, 29 juni 2021