Stikstofgebruiksnormen en aandachtsgebieden stikstof
Reactie
|
Naam
|
Anoniem
|
|
Plaats
|
Krabbendijke
|
|
Datum
|
4 november 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op de wijziging van de stikstofgebruiksnormen en de aanwijzing van de aandachtsgebieden stikstof? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
zie bijgaande brief:
Geachte medewerk(st)er stikstofbeleid,
Met deze reactie wil ik mijn bezwaar kenbaar maken tegen het voornemen om het gebied rondom Krabbendijke aan te wijzen als aandachtsgebied binnen de nieuwe stikstof- en waterkwaliteitsaanpak, en de toegestane stikstofgift met 20% stikstof te beperken.
Ik stel vragen bij de veronderstelling dat verhoogde stikstofwaarden vooral uit landbouwbemesting komen. Om drie redenen.
a. De afgelopen twee jaar heb ik de electrische geleiding in het slootwater op twee plaatsten regelmatig gemeten. Daarbij viel mij op dat de hoogste electrische geleiding (in de oostelijke sloot langs de Monnikendijk) samenviel met de intensiefste periode van nieuwbouw in de bovenstroomse nieuwbouwwijk in Krabbendijke.
b. Een groot deel van de aangegeven agrarische oppervlakte rondom Krabbendijke wordt gebruikt voor fruitteelt, waar weinig, ruim onder de norm, met N (stikstof) bemest wordt. Het is goed om de mogelijkheid open te houden voor het uitstrooien van vaste mest en champost om het organische stof-gehalte van deze gronden te versterken, zonder de limitering van N (of P) in de mest te hebben. Ook de mogelijkheid om drijfmest uit te rijden op die grond waar (op dit moment) geen boomgaard is, moet niet ten onrechte worden beperkt. Er zijn hier weinig veehouders, en samenwerking met hen moet juist worden gestimuleerd, niet afgeremd.
c. Een significant deel van de N-depositie rondom Krabbendijke komt van en van over de Westerschelde. Ik vraag me nog steeds af waarom de daarmee belaste amtenaren van de provincies Zeeland en Noord-Brabant hun bezwaren tegen het verlenen van vergunning voor 3 (?) ethaankraakers in het havengebied van Antwerpen hebben ingetrokken. Het is bekend dat het grootste deel van de N depositie in de natuurgebieden van de Brabantse wal van over de grens komt.
Mijn inschatting is daarom dat de bijdrage van landbouw beperkt is, maar het verlagen van de bemestings-normen heeft wel grote en onevenredige gevolgen voor landbouw.
Door de onzekerheid omtrent de herkomst van de N en de lopende N-mitigatie-intiatieven is het niet slim om de nitraatrichtlijn voor 4 jaar vast te leggen.
Ik verzoek het ministerie om de aanwijzing en de begrenzing van het gebied rondom Krabbendijke te heroverwegen en geen beperkingen in te stellen alvorens gedegen onderzoek is gedaan naar de feitelijke herkomst van de stikstof.
Met vriendelijke groet,
Rik van Gorsel
Bijlage