kabinetsnotitie stelselwijziging omgevingsrecht

Reactie

Naam Stichting Natuurinformatie (M.J. de Jong)
Plaats Groningen
Datum 11 april 2012

Vraag1

Bent u van mening dat het nieuwe stelsel bijdraagt aan het stimuleren van ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving?
Kunt u dit toelichten?
De Stichting Natuurinformatie ondersteunt uw analyse dat toepassing van het omgevingsrecht gebaat is bij het systematisch verzamelen en breed beschikbaar stellen van (gebiedsgerichte) gegevens over de fysieke leefomgeving.

Wij ondersteunen uw voornemen om gegevens zo veel als mogelijk openbaar toegankelijk te maken, en deze gegevens via een landelijke databank te ontsluiten.

Doordat er vooraf duidelijkheid is over de aanwezigheid van betrouwbare gegevens, kunnen procedures korter worden doorlopen, en rechtzaken sneller worden afgehandeld.

Vraag2

Bent u van mening dat het nieuwe stelsel bijdraagt aan de kwaliteit van de fysieke leefomgeving?
Kunt u dit toelichten?
Goede gegevens zijn cruciaal voor een kwalitatief hoogwaardige ruimtelijke ordening. De combinatie van een "Nationale Databank Ruimte" met een "Gegevensautoriteit Ruimte" maakt dit mogelijk.

Wij gaan er van uit dat u inderdaad besluit om een Gegevensautoriteit Ruimte op te richten, en hierbij gebruik maakt van de ervaringen van de Gegevensautoriteit Natuur. Deze gegevensautoriteit kan in navolging van de Gegevensautoriteit Natuur meetprotocollen vaststellen, uitwisseling van databanken mogelijk maken, en uitspraken doen over de kwaliteit van gegevens.

Ruimtelijke informatie welke is verzameld volgens de richtlijnen van deze Gegevensautoriteit Ruimte kan worden gebruikt bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Indien een belanghebbende bezwaar maakt tegen dit ruimtelijk plan, kan direct worden vastgesteld of “tegeninformatie” ook aan de vereiste kwaliteit voldoet. Hierdoor kan de Raad van State eenvoudiger vaststellen welke bezwaren wel, en welke niet een rol kunnen spelen bij een rechtszaak. Hiedoor worden gewenste ontwikkelen mogelijk gemaakt, en ongewenste ontwikkelingen in kortere tijd door de rechter verboden.

Vraag3

Bent u van mening dat het nieuwe stelsel bijdraagt aan het oplossen van de grootste knelpunten uit de dagelijkse praktijk? Kunt u dit toelichten voor de drie voor u belangrijkste knelpunten?
Indien er voor wordt gekozen om een "level playing field" voor informatie te organiseren, en ruimtelijke informatie verzameld met overheidsgeld gratis ter beschikking te stellen: ja.

1) De Stichting Natuurinformatie is eigenaar van de internet-database Waarneming.nl. Met ruim 16 miljoen waarnemingen van flora en fauna, bijeengebracht door bijna 45.000 gebruikers, beheert zij een van de grootste gegevensbanken op het gebied van ruimtelijke informatie in Nederland.

De informatie in onze natuur-databank is voor particulier gebruik gratis te raadplegen. Voor zakelijk gebruik worden gebruikers doorverwezen naar het Natuurloket en de Gegevensautoriteit Natuur. In de praktijk blijkt dit vaak een te hoge drempel te vormen. Zij maken dan wel (oneigenlijk) gebruik van de gratis informatie, maar weigeren te betalen voor aanvullende informatie welke via het Natuurloket verkrijgbaar is.

De Stichting Natuurinformatie vraagt de gebruiker vervolgens om het rapport of de passende beoordeling niet te gebruiken, en alsnog gegevens via het Natuurloket aan te kopen. Uiteraard leidt dit tot vertraging en verwarring, en daarmee onnodig hoge (plan)kosten.

Door verspreidingsgegevens gratis aan belanghebbenden aan te bieden wordt dit “knelpunt in de praktijk” weggenomen. Onlangs heeft het Ministerie van ELI 4 miljoen geinvesteerd in het opkopen en daarna gratis beschikbaar stellen van satelietfoto's. Het lijkt ons dat een investering in het opkopen van natuurdata economisch minimaal even veel oplevert door kortere procedures.

2) Het “rechtenvrij” aanbieden van ruimtelijke informatie leidt tot nieuwe, innovatieve toepassingen. Een groot aantal Nederlandse overheidsinstellingen stelt haar verzamelde gegevens al gratis voor een ieder beschikbaar. Andere (semi)overheidsinstellingen vragen veel geld.

De Stichting Natuurinformatie stelt voor om een “Level playing field” in te stellen, en alle ruimtelijke informatie welke (grotendeels) met gemeenschapsgeld is verzameld gratis en in een open bestand ter beschikking te stellen op een centrale locatie.

Wij denken hierbij aan kaartmateriaal (topografische kaarten), (historisch) landgebruik, grondwaterstanden, luchtkwaliteit, statistische gegevens afkomstig van het CBS, Bodemkaarten, Geomorfologie, waterkwaliteit, luchtkwaliteit, “de Nieuwe Kaart van Nederland” en verspreidingsgegevens van flora en fauna.

Vraag4

Welke drie aspecten van de stelselwijziging moeten volgens u met prioriteit worden verwezenlijkt?
1) Oprichten Nationale Databank Ruimte
2) Instellen Gegevensautoriteit Ruimte
3) Nationale Databank Ruimte laten beheren door een "Informatiehuis Ruimte"

Vraag5

Heeft u nog andere suggesties voor het nieuwe stelsel?
1) Richt een “Informatiehuis Ruimte”op

Het beheer van de Nationale Databank Ruimte kan door een “Informatiehuis Ruimte” worden uitgevoerd. Naar analogie van de Informatiehuizen Marien en Water kan een dergelijke instelling de feitelijke koppeling van de diverse databanken verzorgen. Zoals al aangegeven heeft de organisatie achter de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) ruime ervaring met het koppelen van technisch zeer verschillende gegevensbestanden. Mogelijk kan deze organisatie het beheer voor dit “Informatiehuis Ruimte” in opdracht van het ministerie van IenM verzorgen.

Een ander goed werkend voorbeeld is het Vlaams Instituut voor de Zee: een kennisinstituut welke geen eigen onderzoek uitvoert, maar gegevens van derden verzamelt en vervolgens ter beschikking stelt.

5) Maak 1 ministerie verantwoordelijk voor het systematisch verzamelen en beschikbaar stellen van gebiedsgerichte gegevens

Zoals u in uw notitie aangeeft heeft het omgevingsrecht baat bij het systematisch verzamelen en breed beschikbaar stellen van (gebiedsgerichte) gegevens over de fysieke leefomgeving. Wij stellen voor dat deze belangrijke taak voortaan onder de verantwoordelijkheid van 1 ministerie valt, zodat dit ministerie deze taak met kracht ter hand kan nemen.

Bijlage