kabinetsnotitie stelselwijziging omgevingsrecht

Reactie

Naam KWA Bedrijfsadviseurs (Ir. R. Braaksma)
Plaats Amersfoort
Datum 6 april 2012

Vraag1

Bent u van mening dat het nieuwe stelsel bijdraagt aan het stimuleren van ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving?
Kunt u dit toelichten?
Mijn werkveld beperkt zich tot milieuprojecten bij bedrijven. Deze zullen NIET of nauwelijks worden gestimuleerd door deze nieuwe wetgeving

Vraag2

Bent u van mening dat het nieuwe stelsel bijdraagt aan de kwaliteit van de fysieke leefomgeving?
Kunt u dit toelichten?
Zolang er inhoudelijk niet bekend is hoe de onderliggende kaders gaan veranderen, is hier op basis van de stukken geen zinnig woord over te zeggen. De stelselwijziging zelf zal op milieugebied geen noemenswaardige toegevoegde waarde hebben.

Vraag3

Bent u van mening dat het nieuwe stelsel bijdraagt aan het oplossen van de grootste knelpunten uit de dagelijkse praktijk? Kunt u dit toelichten voor de drie voor u belangrijkste knelpunten?
NEE, niet op milieugebied Uit de presentatie van de heer Nijenhuis op maandag 2 april in Utrecht bleek dat de onderliggende toetsing vooralsnog sectoraal blijft. In dat geval verandert er op milieugebied NIETS.

Vraag4

Welke drie aspecten van de stelselwijziging moeten volgens u met prioriteit worden verwezenlijkt?
1. VEREENVOUDIGEN VRAGEN IN OMGEVINGSLOKET
2. VAN SECTORALE TOETSING NAAR GEBIEDSGERICHTE TOETSING
3. SCHRAPPEN VAN MIDDELVOORSCHRIFTEN

Vraag5

Heeft u nog andere suggesties voor het nieuwe stelsel?
Laat vooral de aanvragers heel goed meedenken en meewerken. Bij de Wabo is gebleken dat de overheden en bevoegde gezagen een veel te zware stempel op het project hebben gedrukt. Aanvragers (bedrijven) hebben NIET de kans gekregen hun stem voldoende te laten gelden. Bij het contact naar de aanvragers lag de nadruk op VOORLICHTING (of te wel er werd een vaststaand feit gepresenteerd).
VAL NIET OPNIEUW IN DEZELFDE VALKUIL (zou zonde van het geld en de komende inspaningen zijn)