Grondwetsherziening zittingsduur Eerste Kamer en herzieningsprocedure

Reactie

Naam ACM Raven
Plaats Particulier
Datum 7 oktober 2019

Vraag1

Wilt u reageren op dit conceptwetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Door de huidige systematiek van kiezen 1e Kamer worden de Provinciale verkiezingen gekaapt door landelijke partijen en politic. Die misbruiken deze verkiezingen om landelijke thema's in plaats van provinciale thema's centraal te stellen.
Het voorstel van het Kabinet om de 1e Kamer weer te kiezen zoals voor 1983 gebeurde lost deze geconstateerde kaap van de Provinciale verkiezingen niet op.
Bovendien wordt de stabiliteit van de 1e Kamer door dit Kabinetsvoorstel aangetast door de tweedeling in perioden van 3 jaar, waardoor elke 3 jaar de helft van de 1e Kamer wordt vervangen. Hierdoor ontstaat eerder een chaotische toestand in plaats van een stabiele chambre de reflection.

Rekening houdend met een praktische inwerkperiode van 3 jaar, betekent het Kabinetsvoorstel feitelijk dat de 1e Kamer als geheel slechts 3 jaar volledig functioneert in plaats van de beoogde 6 jaar.

De Friese National Partij pleit voor een alternatief voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer, dat met een relatief kleine wijziging te realiseren is en weinig extra administratieve lasten voor burgers en bedrijven zal leiden.

In dit voorstel blijft de verkiezing van de Eerste Kamer gelijk, eenmaal per vier jaar kiezen de leden van provinciale staten de leden van de Eerste Kamer. Daarentegen worden de verkiezingen voor provinciale staten over de periode van vier jaar verdeeld. Elk jaar vinden drie provinciale verkiezingen plaats, bij voorkeur op verschillende tijdstippen, waardoor deze ook echt zal gaan over de keuzes die in de provincie moeten worden gemaakt. Omdat er ten tijde van de verkiezing voor de Eerste Kamer statenleden zijn die tussen de nul en vier jaar geleden gekozen zijn, is de stabiliserende factor voldoende gegarandeerd.

Artikel 52 lid 2 van de Grondwet kan ongewijzigd blijven. De zittingstermijn van provinciale staten, vier jaar volgens artikel 129 lid 4 van de Grondwet, blijft eveneens gelijk. Slechts de wijziging van het tijdstip van de verkiezingen van provinciale staten voor elke provincie afzonderlijk kan bij gewone wet worden geregeld.

Ik steun deze FNP-variant en roep op het Kabinetsvoorstel in deze zin aan te passen.