Wetgeving sociale veiligheid op school

Reactie

Naam R.M. Arns
Plaats den Haag
Datum 3 april 2014

Vraag1

Denkt u dat door de voorgenomen maatregelen de sociale veiligheid op scholen verbetert?
Als er een effectieve aanpak is zal hierdoor zeker ook de kans groeien dat het sociaal veilig wordt op school. Er is echter een grote maar aan opgelegde maatregelen. Hoe goed en effectief een aanpak ook is, het valt of staat altijd met de gemotiveerdheid en betrokkenheid van het personeel. Als deze niet dragen wat er nodig is om te doen, gaan ze bewijzen dat het niet werkt en daarin zullen ze altijd slagen. Een belangrijke voorwaarde is daarom dat het personeel de noodzaak voor een aanpak inziet én het commitment op zich neemt om het echt in orde te gaan maken. De maatregelen zelf zullen niets verbeteren, het gaat om de uitvoering en hoe ermee wordt omgegaan op de ´werkvloer´. De grote vraag is, hoe regel je dat=

Vraag2

Wat vindt u van het voorstel dat scholen verplicht een erkend anti-pestprogramma (dat voldoet aan wettelijk vastgelegde criteria) moeten gebruiken?
Ik ben het er helemaal mee eens dat de vrijblijvendheid eraf moet. Ik ben zelf vader van vijf kinderen en die hebben ook last (gehad) van pesten. Nu is het nog mogelijk dat een directeur de andere kant op kijkt omdat hij geen oplossing heeft, maar dit kan natuurlijk niet. Ouders worden verplicht om hun kind naar school te sturen, dan moet school keihard verplicht zijn om de veilige omstandigheden te bieden. Zo simpel is het. Dat hoort er echt bij.

Vraag3

Ziet u alternatieven voor het verplichten van een erkend anti-pestprogramma, waarmee hetzelfde doel bereikt wordt?
Laat vooral de praktijk de grote bepaler zijn. Wat werkt voor iedereen, voor iedere school? Een school in een grote stad heeft een heel andere problematiek en dynamiek, ook om de school heen, dan een school in een klein dorp. In het laatste geval is de school veel meer een deel van de gemeenschap en kan de problematiek die zich in school manifesteert wel eens een maatschappelijk probleem zijn dat zich in de woongemeenschap afspeelt. Laat dat programma de ruimte krijgen wat in de praktijk blijkt de beste resultaten te boeken. En wie bepalen dat? De kinderen, de ouders en de schooldirecteuren en onderwijskrachten. Die merken de verschillen en moeten ermee werken. Durf een stukje onzekerheid te accepteren en geef ruimte voor experimenten. Laat het altijd wel schoolbreed zijn en aan de voorwaarden voldoen die al gesteld zijn. Dat is prima.