Wetgeving sociale veiligheid op school

Reactie

Naam Het Pestbriefje (M.C. (Rinus) Rodenburg)
Plaats Leiden
Datum 30 maart 2014

Vraag1

Denkt u dat door de voorgenomen maatregelen de sociale veiligheid op scholen verbetert?
Nee, want het beeld dat men van pesters en hun slachtoffers heeft is niet in overeenstemming met de werkelijkheid. Zo is de gebruikte definitie van pesten eigenlijk de beschrijving van een psychopaat. Pesten is levensgevaarlijk maar het wordt aangepakt met polsbandjes, liedjes, toneelstukjes,gekleurde petjes en een Finse stoelendans. Pesters wordt het excuus 'onzeker of zelf gepest' gegeven en het slacht krijgt het verwijt 'weerloos te zijn en het verschil tussen pesten en plagen niet te kennen'.

Ik was op de bijeenkomst in Amsterdam, er waren zo'n 20 belangstellenden waarvan het grootste deel niet eens kinderen had. 20 belangstellenden die het laatste nieuws verspreidden, 'pesten is een groepsproces'. Daarbij zijn de groepen 1, 2, 3, en 4 waarschijnlijk geen groepen want pesten begint pas bij groep 5. 20 'meelopers' op een school met 100 leerkrachten (van wie er niet één aanwezig was!).

Vraag2

Wat vindt u van het voorstel dat scholen verplicht een erkend anti-pestprogramma (dat voldoet aan wettelijk vastgelegde criteria) moeten gebruiken?
Daar ben ik een voorstander van maar dat programma moet wel ruimte bieden voor alternatieve oplossingen waarbij de kennis en ervaring van de leerkracht/school ingezet kan worden. De vastgestelde criteria zijn discutabel omdat geen van de deskundigen weet hoe het is om een pestend/gepest kind te hebben. Daarnaast zijn alle opvatting over pesten gebaseerd op één (subjectief) onderzoek voor het Bully Prevention Program, terwijl dit al dertig jaar faalt. Er is niet één wetenschappelijk onderzoek dat een positieve bijdrage heeft geleverd aan het voorkomen en/of stoppen van een pesterij.

Vraag3

Ziet u alternatieven voor het verplichten van een erkend anti-pestprogramma, waarmee hetzelfde doel bereikt wordt?
Als een erkende anti pestmethode/middel gebaseerd is resultaat en niet op verwachting, en dit onafhankelijk van de school gebruikt kan worden door de ouders van een gepest kind, dan is een alternatief overbodig. De commissie acht programma's alleen kansrijk als de commissie de onderbouwing goedkeurt. Maar de Titanic had ook een goede onderbouwing terwijl de praktijk anders liet zien. Het is onverstandig om de kennis en ervaring van leerkrachten te negeren en hen te dwingen falende methodes te gebruiken.