Beleidsnota: naar een mkb-vriendelijke Rijksoctrooiwet 1995

Reactie

Naam Ir A.A.G. Land
Plaats Den Haag
Datum 17 februari 2020

Vraag1

U kunt hier reageren op voorstel I. Voorlopige aanvraag.

a. Heeft een voorlopige aanvraag is uw ogen meerwaarde?
b. Zo ja, wat is volgens u een passende taks voor het indienen van een voorlopige aanvraag?
c. Zijn er eisen waaraan een voorlopige aanvraag minimaal moet voldoen? Zo ja, welke?
d. Is het oriënterende onderzoek in uw ogen van toegevoegde waarde?
e. Wat zijn volgens u nog andere aandachtspunten bij voorlopige aanvragen?
a. een nieuwe voorlopige aanvrage is een onzalig idee, zowel voor het MKB als het grootbedrijf; hierdoor wordt de suggestie gedaan dat je idee kan openbaren, nadat je een voorlopige aanvrage hebt gedaan. Gezien de complexe jurisprudentie over recht van prioriteit en aanspraak op octrooi is dat in het merendeel van de zaken een onjuiste voorstelling van zaken.
b. een octrooiaanvrage voor een prioriteitsrecht kan thans al zonder kosten worden ingediend; de bestaande wetgeving volstaat
c. een eerste aanvrage voldoet bij voorkeur aan alle eisen van de octrooiwet, vooral met het oog op de jurisprudentie over prioriteit.
d. een oriënterende recherche wordt bij voorkeur niet uitgevoerd door een octrooiverlenende instantie: die moet alleen volledige recherches doen, ook al om verwarring en schadeclaims te voorkomen.
e. de praktijk heeft behoefte een soepele omgang met de formele vereisten; zo zou een aanvrage bij voorkeur onderzocht zodra een leesbare tekst en tekening is ingediend.

Vraag2

U kunt hier reageren op voorstel II. PCT-NL route.

a. Is het is uw ogen wenselijk dat een internationale PCT-aanvraag direct in Nederland kan worden voortgezet?
b. Zo ja, wat is een passende taks voor de behandeling van een PCT-NL aanvraag?
c. Waaraan moet een PCT-NL aanvraag volgens u voldoen bij de overgang naar de Nederlandse fase?
d. Zijn er nog andere aandachtspunten bij het openstellen van de PCT-NL route?
a. niet alleen wenselijk maar ook vereist om in alle landen van de EU de octrooiaanvragers gelijk te behandelen. Zodra dat in een land mogelijk is, kunnen de andere landen niet achterblijven. In Duitsland is het al geruime tijd mogelijk. Zelfs Italië en Frankrijk staan op het punt het in te voeren. Nederland kan niet als enige land achterblijven, omdat de grootindustrie ertegen is vanwege onbewezen stellingen.
b. zelfde taks als voor indiening NL-aanvrage.
c. een zelfde search als voor NL-aanvrage, ook bijv. aanvullende search via EOB; ook NL conclusies indienen.
d. het is voor alle bedrijven (grootbedrijf en MKB) een goede optie om na 30 maanden vanwege gebrek aan commerciële vooruitzichten van een vinding alsnog een NL-aanvrage in te dienen, waardoor bescherming alleen voor de NL markt wordt verkeregen .

Vraag3

U kunt hier reageren op voorstel III. Meer zekerheid over waarde octrooi.

a. Acht u het invoeren van een toetsingsprocedure op verzoek wenselijk? Of heeft u een voorkeur voor de mogelijkheid om een tweede schriftelijke opinie te verzoeken?
b. Wat zou in uw ogen een passende taks zijn voor toetsing op verzoek als deze mogelijk wordt ingevoerd? En voor een tweede schriftelijke opinie?
c. Op welk moment moet om toetsing verzocht worden?
d. Zijn er nog andere aandachtspunten bij het invoeren van een toetsingsprocedure op verzoek? En bij een tweede schriftelijke opinie?
a. bij het invoeren van ROW 95 is overwogen dat het niet haalbaar is aanvragen op alle technische gebieden te toetsen met een beroepsmogelijkheid bij een beroepsinstantie waarop dan weer beroep bij de rechter mogelijk moet zijn.. Een toetsing op verzoek zal niet succesvol blijken; immers bij afwijzing moet na bezwaar een beroep op de bestuursrechter worden gedaan die niet technisch onderlegd is, in ieder geval niet in alle technische terreinen. Een aanvrager zal dit niet over zichzelf willen afroepen. Een tweede opinie lijkt een betere voorstel en zou verplicht gesteld kunnen worden bij een negatieve eerste opinie.
b. gezien de hoge inkomsten uit de jaartaksen voor Europese octrooien kan een verplichte tweede opinie gratis zijn.
c. toetsing is geen haalbare kaart- vide supra.
d. de opinie moet ook over duidelijkheid van de conclusie gaan; dat is immers geen nietigheidsgrond.

Vraag4

U kunt hier reageren op voorstel IV. Stroomlijnen verleningsprocedure.

a. Heeft u behoefte aan een bredere herstelmogelijkheid?
b. Zo ja, voor welke vormgebreken moet in uw ogen een beroep gedaan kunnen worden op de herstelmogelijkheid?
c. Is volgens u het verzoeken om een verdere behandeling na het constateren van een vormgebrek een beter alternatief? Zo ja, waarom?
a. er is bij alle partijen grote behoefte aan betere herstelmogelijkheden; immers bij verval van octrooirechten kan de procedure niet opnieuw worden gedaan, zoals in andere rechtsgebieden.
b. voor alle vormgebreken moet er een eerste betaalde herstelmogelijkheid zijn; daarna een herstelmogelijkheid op basis van een onbedoelde fout, die dan in de meeste gevallen wordt hersteld.
c. ja, de meeste herstelprocedures kunnen worden voorkomen door een taks voor verdere behandeling te heffen, en indien geen octrooien komen te vervallen zonderschriftelijke bevestiging aan de aanvrager/gemachtigde.

Vraag5

U kunt hier reageren op voorstel V. Vertaaleisen.

a. Functioneert het huidige vertalingenregime naar wens?
b. Zijn er verbeterpunten?
a. neen, er worden veel slechte( vertalingen, veelal door buitenlandse gemachtigden ingediend. Het OCNL zou opvallend slechte vertalingen moeten weigeren, of in ieder geval een duidelijke waarschuwing moeten afgeven dat op grond van een slechte vertaling bij inbreuk geen schade geclaimd kan worden.
b. er moet niet of nauwelijks getoetst worden op in het elektronische tijdperk achterhaalde vormvereisten.

Vraag6

U kunt hier reageren op voorstel VI. Invoeren oppositieprocedure.

a. Voorziet een oppositieprocedure volgens u in een behoefte?
b. Moet er een oppositietermijn gesteld worden als een oppositieprocedure wordt ingevoerd? Zo ja, hoe lang moet die termijn zijn?
c. Zijn er nog andere aandachtspunten bij een oppositiemogelijkheid?
a. de oppositieprocedure is voor alle partijen ( MKB en grootindustrie) een voordeel ; vergeleken met een gerechtelijke procedure is een opposite weinig kostbaar.
b.de oppositieprocedure zou bij voorkeur ingesteld moeten kunnen worden gedurende de looptijd van een octrooi, ook van een EP octrooi, om optimaal gebruik te kunnen maken van de kostenvoordelen.
c. de oppositieprocedure moet m.i. de vorm van een advies (aan de rechter) krijgen, waardoor -informeel- beroep bij de civiele rechter in meer instanties openstaat, bijv. gedurende een inbreukprocedure.

Vraag7

U kunt hier reageren op voorstel VII. Proceskostenveroordeling matigen.

a. Zouden indicatietarieven voor intellectuele eigendomszaken ook van toepassing moeten zijn op octrooizaken?
b. Zijn er andere mogelijkheden om handhaving van octrooirechten via de rechter toegankelijker te maken voor het mkb?
a. ja, indicatietarieven zouden gebaseerd kunnen zijn op het belang van de zaak zoals in Duitsland het geval is, en in UPC Europa breed wordt voorgeste ld.
b. de rechterlijke macht zou over geldigheid van een octrooi niet mogen beslissen zonder raadpleging van het EOB (Art.25 EOV) of een of meer technisch onderlegde 'octrooiadviseurs' die wettelijk als zodanig worden aangewezen ( vgl. bijv. ook UPC met technische rechters). De rechters zouden terughoudend moeten zijn om een octrooi nietig te verklaren, zeker op een vakgeied waarin zij minder thuis zijn-zie bijv. het stuk van ondergetekende:
https://www.boek9.nl/boek9-berichten/addick-land-er-qua-nieuwheid-licht-gekomen-tussen-rijswijk-en-den-haag
het belangrijkste is echter dat de lobby van het grootbedrijf tegen verboden van rechters geen weerklank vindt; een verbod heeft het MKB nodig tegen een leger van advocaten van het grootbedrijf.

Vraag8

U kunt hier reageren op voorstel VIII. Modernisering positie exclusieve licentienemers.

a. Is het in uw ogen wenselijk dat een exclusieve licentienemer de bevoegdheid krijgt zelfstandig het octrooirecht te handhaven?
b. Ziet u nog andere aandachtspunten bij dit voorstel?

a. dit lijkt mij bij de overige punten te behoren: een exclusieve licentienemen kan ook onder de huidige regeling een procesvolmacht van de octrooihouder krijgen.
b. ik neem dat de licentienemer bewijs moet overleggen van dat feit, en dat zal dan weer een briefje van de octrooihouder zijn, die meestal niet wil dat een gewaarmerkte kopie van het gehele licentiecontract in de procedure wordt gebracht; een andere mogelijkheid zou een verplichte inschrijving in het octrooiregister kunnen zijn, ook te doen door de octrooihouder.

Vraag9

U kunt hier overige opmerkingen opnemen.
het octrooirecht is inherent complex. octrooiverlenende instanties komen immers met steeds meer regels om een aanvrage af te kunnen wijzen. een octrooi is disruptief en ontregeld de bestaande verhoudingen. grootbedrijf en overheid zijn veelal behoudend. rechters zijn terughoudend om een disruptief verbod uit te spreken. dat is in Nederland in 80% van de zaknen in de laatste twee jaar niet gebeurd ( of geen inbreuk, of octrooi ongeldig).het innovatieve MKB heeft behoefte aan een slagvaardige en terzake kundige rechterlijke macht die wel verboden uitspreekt. Om uit te sluiten dat octrooien ongeldig worden verklaard op grond van argumenten die bijv. bij het EOB geen hout zouden snijden, is er behoeft aan een groep mensen die geraadpleegd dient te worden, alvorens een octrooi wordt nietig verklaard, vgl. de veel geroemde Duitse procedures waar nietigheid geheel onafhankelijk bij andere rechters wordt beoordeeld. Het MKB heeft behoefte aan een goed te handhaven octrooi waar door deskundigen zekerheid over wordt verschaft. Langdurige en kostbare procedures zijn veelal in het voordeel van de inbreukmaker. Eeen verbod bij een -waarschijnlijk- geldig octrooi diet ervoor om een zakelijke regeling te bespoedigen. Via adviesprocedures, ook in oppositie, zou OCNL weer de nodige octrooiexpertise kunnenn opbouwen. Vooralsnog moet die expertise uit het EOB systeem worden verkregen, bijv. door gepensioneerde leden van het EOB.

In Duitsland heeft het MKB geen terughoudendheid als het gaat om het handhaven van octrooien; om concurrerend te zijn moet Nederland veel van dat Duitse systeem overnemen