Beleidsnota: naar een mkb-vriendelijke Rijksoctrooiwet 1995

Reactie

Naam Contactgroep Vrije Octrooigemachtigden (dr L. Feenstra)
Plaats Den Haag
Datum 16 maart 2020

Vraag1

U kunt hier reageren op voorstel I. Voorlopige aanvraag.

a. Heeft een voorlopige aanvraag is uw ogen meerwaarde?
b. Zo ja, wat is volgens u een passende taks voor het indienen van een voorlopige aanvraag?
c. Zijn er eisen waaraan een voorlopige aanvraag minimaal moet voldoen? Zo ja, welke?
d. Is het oriënterende onderzoek in uw ogen van toegevoegde waarde? e. Wat zijn volgens u nog andere aandachtspunten bij voorlopige aanvragen?
a: meerwaarde?
Neen. Zo'n voorlopige aanvraag voegt in het beste geval niets toe aan het octrooisysteem en leidt voor het overige tot complicatie en zelfs verslechtering er van.

Een octrooiaanvraag is of goed omdat hij uitvinding voldoende helder beschrijft en basis biedt voor (in principe) verleenbare octrooiconclusies en terugvalposities, of hij is niet goed als dat ontbreekt. Datzelfde geldt voor geldig recht op prioriteit voor een latere octrooiaanvraag.
Openbaarmaking van een uitvinding die gebrekkig werd beschreven in een voorlopige aanvraag vóór indiening van een verbeterde vervolgaanvraag vormt schadelijke stand der techniek voor die latere aanvraag. Een voorlopige aanvraag die inhoudelijk minder is dan een reguliere octrooiaanvraag leidt tot schijnveiligheid.

De huidige wetgeving biedt al een mogelijkheid om een prioriteitsdatum te verkrijgen zonder taksen en zonder bijzondere vereisten aan de ingediende aanvraag.

b: passende taks?
-

c: minimumeisen?
De minimumeisen voor verkrijgen van een indieningsdatum zijn bijzonder laag (Art. 29(1) ROW95) en volstaan.

d: orienterend onderzoek?
De term “oriënterend onderzoek" is onduidelijk.

Een oriënterend onderzoek naar de stand der techniek voor een idee of uitvinding voorafgaand aan opstellen van een octrooiaanvraag (dus zónder dat een ev. beschrijving geldt als aanvraag of een datum krijgt) wordt al door het OCNL aangeboden en is gratis. Dat vormt een goede start voor een gericht onderzoek naar mogelijke beschermingsomvang van op te stellen claims. Zo'n gericht onderzoek moet bij voorkeur door octrooigemachtigden gedaan worden: die hebben ervaring in bepalen van beschermingsomvang en commerciele waarde.
Het bestaande systeem volstaat.

Versnelling en vereenvoudiging voor verkrijging van een nieuwheidsonderzoek voor een ingediende (reguliere) octrooiaanvraag ten opzichte van de huidige situatie is wel bijzonder welkom. Dat kan door verlaging van vormvereisten; niet door verlaging van inhoudelijke eisten.

e: verdere punten?
Het octrooisysteem als geheel moet erop gericht zijn dat uitvinders en (aanstaande) octrooiaanvragers goed voorgelicht en voorbereid keuzes maken om voor hen optimaal gebruik te kunnen maken van het systeem zonder zichzelf geen schade toe te kunnen brengen.

Vraag2

U kunt hier reageren op voorstel II. PCT-NL route.

a. Is het is uw ogen wenselijk dat een internationale PCT-aanvraag direct in Nederland kan worden voortgezet?
b. Zo ja, wat is een passende taks voor de behandeling van een PCT-NL aanvraag?
c. Waaraan moet een PCT-NL aanvraag volgens u voldoen bij de overgang naar de Nederlandse fase?
d. Zijn er nog andere aandachtspunten bij het openstellen van de PCT-NL route?
a. wenselijk?
Ja, dat is zeer wenselijk. De huidige situatie gedwongen de Europese route te moeten volgen is in veel opzichten een alles-of-niets scenario en/of dwingt aanvragers tot voortijdige keuzes.

b. passende taks?
Dezelfde als de taksen voor een indiening van een Nederlandse octrooiaanvrage en bijbehorend nieuwheidsonderzoek door het Octrooicentrum of door het Europees Octrooibureau.

Indien bij ingaan van de nationale fase geen nieuwheidsrapport beschikbaar is dat door het EOB is op opgesteld (Nederlands nieuwheidsonderzoek van het Internationale type en/of Internationaal (Aanvullend) Nieuwheidsonderzoek uit de PCT-fase) dan zou alsnog om een aanvullend nieuwheidsonderzoek moeten worden verzocht. Hiervoor lijkt een taks van ten minste een volledige Europese search fee (EUR 1775, ‘supplementary search’) geschikt, onafhankelijk van of dat aanvullende nieuwheidsonderzoek door OCNL of door het EOB wordt verricht.

In geval van indienen van een volledige vertaling (zie ook hierna onder c en d) zou een passende verwerkingstaks geheven kunnen worden, bijvoorbeeld gelijk aan de indieningstaks.

c. vereisten PCT-NL aanvraag bij de overgang naar de Nederlandse fase?
Ten minste aan dezelfde eisen als die voor de indiening en verdere verleningsprocedure van een direct-Nederlandse octrooiaanvraag. Die zijn kortweg: aanvraag in (of vertaald naar) het Engels of Nederlands met Nederlandse conclusies; nieuwheidsonderzoek door Octrooicentrum of het Europees Octrooibureau.

d. Zijn er nog andere aandachtspunten bij het openstellen van de PCT-NL route?
De termijn voor indiening van de PCT-NL-aanvraag moet 31 maanden zijn na prioriteitsdatum, gelijk aan die voor de Europese fase. Dat vereenvoudigt het systeem en verleent het robuustheid.

De PCT-NL-route is met name voor het Nederlandse MKB van belang. Derhalve lijkt de aanwezigheid van een Nederlands nationaal, of alternatief een door het EOB in het Engels opgesteld octrooieerbaarheidsrapport nodig te zijn om rechtsonzekerheid en rechtsongelijkheid te voorkomen. Zie ook onder b hierboven.

Vraag3

U kunt hier reageren op voorstel III. Meer zekerheid over waarde octrooi.

a. Acht u het invoeren van een toetsingsprocedure op verzoek wenselijk? Of heeft u een voorkeur voor de mogelijkheid om een tweede schriftelijke opinie te verzoeken?
b. Wat zou in uw ogen een passende taks zijn voor toetsing op verzoek als deze mogelijk wordt ingevoerd? En voor een tweede schriftelijke opinie?
c. Op welk moment moet om toetsing verzocht worden?
d. Zijn er nog andere aandachtspunten bij het invoeren van een toetsingsprocedure op verzoek? En bij een tweede schriftelijke opinie?
a. Acht u het invoeren van een toetsingsprocedure op verzoek wenselijk?
Neen

Of heeft u een voorkeur voor de mogelijkheid om een tweede schriftelijke opinie te verzoeken?
Dat heeft onze grote voorkeur, aangezien met een dergelijke optionele stap nog steeds de voordelen van een automatische verlening kan worden ingezet

b. Wat zou in uw ogen een passende taks zijn voor toetsing op verzoek als deze mogelijk wordt ingevoerd?
Een dergelijke mogelijkheid zou niet moeten worden ingevoerd.

En voor een tweede schriftelijke opinie?
Een taks voor die optie mag kostendragend zijn

c. Op welk moment moet om toetsing verzocht worden?
Niet.

d. Zijn er nog andere aandachtspunten bij het invoeren van een toetsingsprocedure op verzoek?
Nee

En bij een tweede schriftelijke opinie?
Om complexiteit te vermijden stellen wij voor dat, zolang de octrooiaanvrage of het daaruit voortvloeiende octrooi in leven is, een verzoek om een 2e schriftelijke opinie kan worden ingediend. Het lijkt dan de voorkeur te verdienen dat het verzoek beperkt blijft tot de omvang van de octrooiaanvraag die is behandeld in het nieuwheidsrapport (en 1e schriftelijke opinie), om misbruik door de aanvrager/octrooihouder te voorkomen.



Vraag4

U kunt hier reageren op voorstel IV. Stroomlijnen verleningsprocedure.

a. Heeft u behoefte aan een bredere herstelmogelijkheid?
b. Zo ja, voor welke vormgebreken moet in uw ogen een beroep gedaan kunnen worden op de herstelmogelijkheid?
c. Is volgens u het verzoeken om een verdere behandeling na het constateren van een vormgebrek een beter alternatief? Zo ja, waarom?
a. Heeft u behoefte aan een bredere herstelmogelijkheid?
Ja

b. Zo ja, voor welke vormgebreken moet in uw ogen een beroep gedaan kunnen worden op de herstelmogelijkheid?
Alle vormgebreken en andere gebreken

Verder dient omkering van bewijslast naar OCNL te worden ingevoerd in geval van niet-ontvangst van postverzending van OCNL aan de aanvrager of diens gemachtigde, vergelijkbaar met R. 126(2) EOV.

c. Is volgens u het verzoeken om een verdere behandeling na het constateren van een vormgebrek een beter alternatief?
Dat lijkt op het eerste gezicht een prima laagdrempelig alternatief te zijn, analoog de Europese Art. 121 EOV “further processing” procedure. Takse kan bijv. EUR 250 zijn.

Zo ja, waarom?
Eenvoud, efficiëntie en voorspelbaarheid voor alle partijen.

Vraag5

U kunt hier reageren op voorstel V. Vertaaleisen.

a. Functioneert het huidige vertalingenregime naar wens?
b. Zijn er verbeterpunten?
a. Functioneert het huidige vertalingenregime naar wens?
Ja

b. Zijn er verbeterpunten?
Ja. Veel problemen kunnen worde voorkomen door minder of geen vormvereisten te hanteren bij conclusievertalingen van Europese octrooien. Het risico van de vorm c.q. de leesbaarheid van de vertaling wordt dan volledig bij de octrooihouder gelegd, terwijl de vertalingen niet formeel gepubliceerd hoeven te worden.

Verder stellen wij voor dat OCNL ten minste (een afschrift van) een vormgebrekenbrief stuurt naar de Europees octrooigemachtigde van de octrooihouder die de vertaling ingediend heeft, in plaats van aan de octrooihouder zelf. Dit vergroot correcte “opvolging” van de brief.

Vraag6

U kunt hier reageren op voorstel VI. Invoeren oppositieprocedure.

a. Voorziet een oppositieprocedure volgens u in een behoefte?
b. Moet er een oppositietermijn gesteld worden als een oppositieprocedure wordt ingevoerd? Zo ja, hoe lang moet die termijn zijn?
c. Zijn er nog andere aandachtspunten bij een oppositiemogelijkheid?
a. Voorziet een oppositieprocedure volgens u in een behoefte?
Ja
b. Moet er een oppositietermijn gesteld worden als een oppositieprocedure wordt ingevoerd? Neen
Zo ja, hoe lang moet die termijn zijn?

c. Zijn er nog andere aandachtspunten bij een oppositiemogelijkheid?
Vanzelfsprekend zal een Nederlandse oppositieprocedure gebaseerd moeten zijn op duidelijke richtlijnen betreffende termijnen, hulpverzoeken, de rechten en plichten van de partijen en dergelijke en alle vormen van bewijsmateriaal.

Samenloop van oppositie en rechtszaak moet duidelijk worden geregeld: bijvoorbeeld parallel of achtereenvolgens? Dat laatste kan tot “bifurcatie” leiden zoals volgens het Duitse systeem; dat achten we ongewenst.

Voor hoger beroep dienen octrooirechters beschikbaar te zijn (de gang van een hoger beroep via de niet-gespecialiseerde bestuursrechter achter wij niet aanvaardbaar).


Vraag7

U kunt hier reageren op voorstel VII. Proceskostenveroordeling matigen.

a. Zouden indicatietarieven voor intellectuele eigendomszaken ook van toepassing moeten zijn op octrooizaken?
b. Zijn er andere mogelijkheden om handhaving van octrooirechten via de rechter toegankelijker te maken voor het mkb?
a. Zouden indicatietarieven voor intellectuele eigendomszaken ook van toepassing moeten zijn op octrooizaken?
Wij pleiten voor het volgen van het Duitse model, dat gebruik maakt van een zogenoemde ‘Streitwert’. Door een dergelijke geschilwaarde in te voeren zullen proceskosten efficiënt onder controle worden gehouden. Het UPC is van een dergelijk systeem voorzien, zie:
https://www.unified-patent-court.org/sites/default/files/guidelines_for_court_fees_and_recoverable_costs.pdf

b. Zijn er andere mogelijkheden om handhaving van octrooirechten via de rechter toegankelijker te maken voor het mkb?
Arbitrage/mediation

Vraag8

U kunt hier reageren op voorstel VIII. Modernisering positie exclusieve licentienemers.

a. Is het in uw ogen wenselijk dat een exclusieve licentienemer de bevoegdheid krijgt zelfstandig het octrooirecht te handhaven?
b. Ziet u nog andere aandachtspunten bij dit voorstel?
a. Is het in uw ogen wenselijk dat een exclusieve licentienemer de bevoegdheid krijgt zelfstandig het octrooirecht te handhaven?
Op dit punt lijkt het ons logisch dat de Europese harmonisering wordt gevolgd, zie bijvoorbeeld: Artikel 47(2) UPCA (Unified Patent Court Agreement).

b. Ziet u nog andere aandachtspunten bij dit voorstel?
Voor het kunnen inroepen van de handhavingsbevoegdheid van de licentienemer jegens derden moet de betreffende licentie zijn ingeschreven in het Register volgens Art. 56(2) ROW95 resp. Art.58(5) ROW95 waarbij de handhavingsbevoegdheid inzichtelijk moet zijn.

Vraag9

U kunt hier overige opmerkingen opnemen.
Zie onze brief.

Hoofdpunten zijn:

- mogelijkheid om bezwaar te maken tegen een niet-eenheidsbezwaar;
- regelen van Privilege;
- Nederlandse afsplitsing uit een Europese octrooiaanvrage;
- registratie van gemachtigden per “Associatie” of “Kantoor”;
- schrappen vormvereisten.

Bijlage