Kabinetsreactie Regulering van online content

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Amsterdam
Datum 18 december 2020

Vraag7

Aanbeveling 7: Betrek onafhankelijke nationale expertorganen bij de beoordeling van schadelijke online content.
Het betrekken van nationale expertorganen bij de beoordeling van schadelijke online content is een belangrijke en bovendien noodzakelijke aanbeveling. Immers, de beoordeling van ‘schadelijke content’ is in veel gevallen contextueel, cultureel en zelfs politiek afhankelijk. Binnen het ene land leidt de publicatie van een Mohammed-cartoon tot gigantische maatschappelijke onrust, terwijl dit in het andere land geaccepteerd wordt als vallende binnen de grenzen van (politieke) satire. Hierbij zou een onafhankelijk orgaan in staat moeten zijn om te toetsen of het geëigend was een uitzondering te maken op de vrijheid van meningsuiting van de betreffende persoon of instantie. Aangezien het veelal om gevoelige inhoud zal gaan, is het cruciaal dat een onafhankelijk orgaan dat de context en cultuur kent hier op transparante wijze een oordeel over vormt.

In de EU is getracht enige vorm van consensus te bereiken met betrekking tot de definitie van desinformatie. Een definitie zal in ieder geval handvatten zou kunnen bieden voor eventuele coördinatie en handhaving. Maar bij gebrek aan wettelijke verankering van de definitie, is deze weinig effectief in de praktijk. Daardoor zullen landen met hun eigen interpretatie van het begrip schadelijke content bestrijden. Voor een effectieve bestrijding tegen schadelijke online content is een goede coördinatie en afstemming nodig. En dat kan alleen als de nodige definities juridisch worden vastgelegd.

Pas als deze “basis” consensus een juridische kwalificatie wordt, zullen nationale expertorganen over kunnen gaan tot effectieve handhaving en beoordeling van eventuele schending ervan.
Op dit moment worden in de EU flinke stappen gezet ten aanzien van de regulering van online content. De onlangs uitgebrachte EDAP en de DSA zijn een belangrijke eerste stap. Gezien deze ontwikkelingen, is nu het momentum om deze te concretiseren en specificeren waar deze leemten bevat, zoals ten aanzien van een juridische verankering van het begrip schadelijke online content.

Er zijn nog verschillende manieren waarop Nederland zich kan inzetten, de belangrijkste waarvan inzet in de implementatieregels is, waarin zoiets als een juridische definitie zou moeten worden opgenomen. Een heldere juridische definitie zal op allerlei terreinen zijn vruchten afwerpen, zoals voor de beoordeling door (onze) nationale expertorganen maar ook voor latere handhaving en eventuele sancties.

Zie aangehecht document voor een uitgebreidere toelichting.

Vraag8

Aanbeveling 8: Pleit voor een zorgplicht voor internetplatformen, onder duidelijke randvoorwaarden.
Iedere burger heeft het recht op betrouwbare informatie. Maar onafhankelijk nieuws staat onder druk: desinformatie wordt gemiddeld vier keer sneller en meer verspreid dan feitelijke informatie.

Online platforms hebben steeds dieper gaande invloed op de informatievoorziening in onze samenleving zonder dat burgers daar voldoende controle over hebben. Voorheen creëerden de journaals, de kranten en tijdschriften de publieke, gedeelde ruimte waarin burgers met elkaar in gesprek konden over maatschappelijke ontwikkelingen: een zogenaamde marktplaats voor informatie. Nu is die marktplaats steeds meer geprivatiseerd en gedigitaliseerd, en zorgen de op algoritme draaiende platforms voor een wirwar aan verschillende van elkaar afgezonderde marktplaatsen: zogeheten bubbels en echokamers. Dit wordt in stand gehouden doordat de financiële stimulans bij de verspreiding van gepersonaliseerde informatie (en zelfs desinformatie) zo groot is dat het verschaffen van betrouwbare informatie neerkomt op een keuze die commercieel gezien vaak niet liquide genoeg is.

Andersdenkende groepen bevinden zich op online platforms in totaal parallelle realiteiten, waardoor er geen ruimte meer overblijft voor publiek debat gebaseerd op feiten. Deze trend heeft niet alleen een sterk polariserend effect in de samenleving door een afbrokkeling aan sociale cohesie, maar leidt bovendien tot de complete verdwijning van een publieke informatiemarkt. Ontwikkelingen als Gezond Verstand, QAnon en de gigantische aanhang van complotdenkers als Lange Frans wijzen op deze nieuwe realiteit.

Online platforms hebben een katalyserend effect op deze trend. Daarom kunnen zij zich niet langer distantiëren van de discussie. Het is hoog tijd dat online platforms hun verantwoordelijkheid nemen en een zorgplicht aan hen wordt opgelegd waarbij er sancties bestaan voor nalatigheid. Het zijn commerciële giganten dus zonder financiële prikkel of regulering zal er in de praktijk weinig veranderen. Maar belangrijker nog is dat een zorgplicht de rol van online platforms onderkent waarin zij actief moeten bijdragen aan het herstel van de publieke informatiemarkt en het terugdraaien van het polariserende effect dat algoritmes nu hebben op de distributie van informatie. Want een gebrek aan ruimte voor publiek debat heeft niet alleen effect op het recht van toegang tot informatie van burgers, maar leidt uiteindelijk tot een erosie van de democratie.

Zie aangehecht document voor een uitgebreidere toelichting.

Bijlage