Regeling Realisatiestimulans

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Diemen
Datum 5 september 2025

Vraag1

Op de gehele ministeriële regeling en de toelichting kan worden gereageerd.
Verzoek tot vervallen van artikel 2.2 lid 2 van de regeling Realisatiestimulans

Artikel 2.2 lid 2 introduceert een ongewenste onzekerheid die afbreuk doet aan het hoofddoel van de regeling: “Met een simpele, vaste, voorspelbare bijdrage per betaalbare woning moet de Realisatiestimulans de woningbouwopgave meerjarig stimuleren.”

De kracht van de regeling zit in haar eenduidigheid en voorspelbaarheid. Door een onzekere component toe te voegen – namelijk dat pas ná het begrotingsjaar duidelijk wordt of de bijdrage daadwerkelijk volledig wordt uitgekeerd – ontstaat onzekerheid bij gemeenten. Dit belemmert de inzet van middelen voor versnelling van projecten en werkt door richting private partijen. Zekerheid is cruciaal voor voortgang in woningbouwontwikkeling.

Gegeven de ambitie van 100.000 woningen per jaar, waarvan 2/3 betaalbaar, ontstaat een potentiële vraag van €2.333 miljoen over vijf jaar. Het beschikbare uitkeringsplafond van €1.486 miljoen maakt het aannemelijk dat dit wordt overschreden, met name in de latere jaren van de regeling. Juist dan ontstaat onzekerheid over de bijdrage per woning. Waar projecten met een start bouw in 2025/2026 al relatief zeker zijn van financiering, geldt dat niet voor projecten in 2028/2029. Dit is problematisch: juist deze latere projecten hebben baat bij maximale voorspelbaarheid om tot versnelling te komen

Indien het plafond wordt overschreden, zou dit moeten worden gezien als een succes: de woningbouwdoelstellingen zijn dan immers gehaald. Het Rijk zou in dat geval moeten faciliteren door het budget te verruimen.

Tot slot is uit de toelichting van artikel 2.2. lid 2 op te maken dat er naast een totaalplafond ook sprake is van jaarplafonds. Deze zijn echter niet transparant opgenomen in de regeling, wat de voorspelbaarheid verder ondermijnt en vragen oproept.

Conclusie: Artikel 2.2 lid 2 draagt niet bij aan het doel van de regeling en belemmert de uitvoeringspraktijk. Verzoek is om dit artikel te laten vervallen.