Voorstel Nieuwe aanpak productverbetering

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Den Haag
Datum 5 mei 2020

Vraag1

Wat vindt u van de voorgestelde aanpak, zoals te lezen in het voorstel van het ministerie en onderliggende conceptrapport van het RIVM (‘Op weg naar criteria voor productverbetering’)? Is deze aanpak haalbaar en voldoende ambitieus?

Graag vragen we u bij elke vraag te reageren vanuit het belang van uw eigen bedrijf of organisatie en uw reactie zo concreet mogelijk toe te lichten op de onderdelen van de aanpak. En steeds zo expliciet mogelijk aan te geven om welke voedingsmiddelengroep (of subgroep) en voedingsstof(fen) het gaat.
Choices International waardeert de voorgestelde aanpak vanwege de volgende aspecten:
- de productgroep specifieke benadering maakt het mogelijk om realistische eisen te stellen die uitvoerbaar zijn door het bedrijfsleven
- de combinatie van een productgroep specifieke benadering en het werken met criteria op verschillende niveaus is een innovatie in nutrient profiling die grote kansen biedt en op dit moment ook door Choices International wordt uitgewerkt. Choices bereidt een extensie voor door haar productgroep specifieke criteria, die nu alleen de 10% à 20% gezondste producten aanduiden, uit te breiden met niveaus op 40, 60 en 80%. De resultaten daarvan worden over enkele maanden verwacht.
- het streven naar samenhang met de criteria van Nutri-score is een zeer belangrijke overweging en verdient verdere verbreding. Idealiter zou gestreefd moeten worden naar één veelomvattend en flexibel systeem van criteria voor de mate waarin producten bijdragen aan een gezond voedingspatroon, dat de basis vormt voor diverse maatregelen zoals consumentenvoorlichting (Schijf van Vijf), een keuzelogo, productverbetering, gezonde schoolkantines, inkoopbeleid, financiële prikkels en marketing gericht op kinderen. Alleen op deze manier kan meer samenhang tussen deze maatregelen worden gecreëerd en worden inconsequenties vermeden zoals de talrijke scores van Nutri-score die niet overeenkomen met de aanbevelingen van de Schijf van Vijf (zie RIVM, 2019). Deze inconsequenties hebben geleid tot een ernstige afname van het vertrouwen in Nutri-score bij professionals en het algemene publiek. Ook uit hoofdstuk 4 blijkt de moeizame verhouding tussen de Nutri-score systematiek en de criteria voor productverbetering. Wij adviseren om bij een genoemd veelomvattend systeem van criteria uit te gaan van productgroep specifieke criteria, zoals in de meeste van de genoemde maatregelen ook gebeurt. Bijgevolg dringen wij er bij VWS op aan om in de ophanden Europese discussie over de criteria van Nutri-score te pleiten voor productgroep specifieke criteria. Dit geeft ook meer uitzicht op stappen in de richting van grotere Europese overeenstemming in criteria (nutrient profiling), omdat in vrijwel alle gevallen gewerkt wordt met productgroep specifieke criteria. Dit gebeurt bij de WHO criteria voor marketing gericht op kinderen en bij de 10 Europese landen die een nationaal positief keuzelogo voeren

Vraag2

Criteria:
- Wat vindt u van de gestandaardiseerde methodiek voor de indeling van voedingsmiddelengroepen en de grenswaarden?
- En zijn er aspecten die u niet terugziet in de indeling van de voedingsmiddelengroepen en grenswaarden?
- Gezien het grote belang van de reductie van suikerinname en de grote bijdrage van zoete snacks en frisdranken in die suikerinname, dringen wij erop aan deze twee productgroepen toe te voegen aan de prioritaire groepen en hiervoor op korte termijn grenswaarden vast te stellen. Dit kan mogelijk plaats vinden in de tweede fase (juni-december 2020).
- Onder verwijzing naar het pleidooi van WHO om transvetzuren uit het voedselpakket te elimineren in 2023, dringen wij aan op specifieke voorstellen om de aanwezigheid van industriële transvetzuren verregaand te reduceren. Het is bekend dat deze transvetzuren reeds uit een groot deel van de productgroepen zijn verwijderd, maar het is wenselijk ook de laatste productgroepen hierop te adresseren.
- De database van productsamenstelling is een essentieel element in de hier geschetste benadering. Daarom pleiten wij voor extra maatregelen om de volledigheid, juistheid en actualiteit van deze database te versterken. Dat deze database de samenstelling van 75% van de producten weergeeft is al een grote verworvenheid en dat het bedrijfsleven verantwoordelijk is voor de juistheid en actualiteit van de gegevens is een terecht uitgangspunt. Maar verdere optimalisering door gerichte maatregelen zoals verplichte aanlevering van deze data en volledige toegankelijkheid & transparantie van deze database zijn nodig.

Vraag3

Prikkels:
De overheid zal de in haar voorstel vier genoemde prikkels (waaronder naming) verder uitwerken.
- Wat vindt u daarvan?
- Welke andere prikkels zouden volgens u eveneens effectief kunnen zijn?
- En welke randvoorwaarden zijn er eventueel nodig?


Prikkel 2, Nutri-score. Uit de praktijk blijkt dat elk front-of-pack labelling systeem leidt tot productverbetering. Het is van groot belang dat de onderliggende criteria voldoende onderscheidend zijn en coherent zijn met andere maatregelen om de consument te bewegen gezonder te eten. Dit is helaas in het geval van Nutri-score maar ten dele het geval, zie de rapportage van RIVM (2019) over de discrepantie tussen Nutri-score en de Schijf van Vijf, en zie ook de recente publicatie van Van Tongeren cs., (Int JNutr Food Sci 2020; 9(2): 33-42; http://www.sciencepublishinggroup.com/j/ijnfs; doi: 10.11648/j.ijnfs.20200902.11, zie bijlage).
Een prikkel die niet coherent is met andere prikkels, is ineffectief en leidt tot verwarring en tot verlies aan vertrouwen en geloofwaardigheid.

Vraag4

Doelen:
- Wat vindt u van de gestelde doelen?
- Zijn de genoemde doelen haalbaar?
- Zijn de doelen voldoende ambitieus?
Uit het Voorstel voor nieuwe aanpak productverbetering (VWS, 2020) blijkt dat de doelen voor deze ronde van productverbetering nog niet zijn vastgesteld. Het verdient aanbeveling deze doelen concreet te formuleren en door middel van monitoring van productsamenstelling de vinger aan de pols te houden. Bij deze monitoring valt aan te bevelen om niet alleen de productsamenstelling te volgen, maar ook productvolume mee te nemen zodat een betere schatting gemaakt kan worden van de daadwerkelijke inname van het betreffende nutriënt en om te voorkómen dat het resultaat van de inspanningen te zeer wordt beïnvloed door het uit te markt verdwijnen van slecht lopende producten.
De ervaringen met de formulering van de doelen van het Preventieakkoord indachtig, pleiten wij voor een proces van formuleren van de doelen waarbij het voedingsbedrijfsleven slechts een adviserende rol heeft. Dit is de manier van werken die ook bij het vaststellen van de criteria van Choices International wordt toegepast, tot waardering en tevredenheid van alle betrokkenen inclusief het betrokken bedrijfsleven.

Bijlage