Wijzigingen PPI

Met deze consultatie worden enkele wijzigingen in het prudentieel toezicht op de premiepensioeninstelling (ppi) voorgesteld en voor commentaar op de adequaatheid en de nalevingskosten voorgelegd aan eenieder.

Consultatie gegevens

Publicatiedatum 08-02-2012
Einddatum consultatie 26-02-2012
Status Gesloten
Type consultatie Wet
Organisatie Ministerie van Financiën
Onderwerpen Financieel toezicht

Publicatie reacties

Reacties worden gepubliceerd nadat de consultatie is gesloten. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn.

Doel van de regeling

De Wet introductie premiepensioeninstellingen is per 1-1-2011 in werking getreden. In dit eerste jaar hebben toezichthouders en marktpartijen intensief contact gehad en waardevolle ervaringen opgedaan met de uitwerking van PPI-bedrijfsmodellen in de praktijk.
De opgedane inzichten hebben er toe geleid dat de toezichthouders zorgen hebben geuit over de toereikendheid van de bij wet gestelde (generieke) eisen aan het minimaal beschikbare eigen vermogen en aan de eisen die gelden voor de scheiding van vermogens die strekken tot het veilig stellen van vorderingen van deelnemers en pensioengerechtigden. De zorg ten aanzien van beide aspecten houdt verband met de operationele risico's die zich in verband met een premiepensioeninstelling (PPI) zouden kunnen voordoen.
De minister van Financiën gaf in reactie op de wetgevingsbrieven van DNB en AFM aan de Tweede Kamer aan dat de zorgen zouden worden onderzocht (Kamerstukken II, 32545, nr. 55). De resultaten van dit onderzoek - waarbij ook de toezichthouders en een aantal marktpartijen betrokken zijn geweest - leiden tot het voorstel de vermogenseisen voor een premiepensioeninstelling aan te scherpen en de eisen aan het scheiden van vermogens binnen een premiepensioeninstelling meer precies en met gerichte verwijzing te verwoorden.
De verkregen inzichten zijn ontstaan in een omgeving waarin - na de ervaringen in de financiële crisis - het risicobewustzijn groter is geworden. Dit krijgt momenteel zijn beslag in een bredere reeks aan maatregelen die beogen het functioneren en het toezicht op financiële markten en instellingen te versterken. Ook speelt bij het risicobewustzijn uitdrukkelijk mee dat de gelden die worden toevertrouwd aan premiepensioeninstellingen voorzien in een belangrijk deel van het inkomen na pensionering en individuele werknemers geen keuze laat ten aanzien van de uitvoerder. Deze omstandigheden vragen – net als bij andere pensioenuitvoerders - om extra prudentie en alertheid in het toezicht op PPI’s.

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt

financiële ondernemingen: premiepensioeninstellingen.

Verwachte effecten van de regeling

- Premiepensioeninstellingen zullen een hoger bedrag aan eigen vermogen en solvabiliteitsbuffer dan voorheen moeten aanhouden, eventueel deels door middel van een verzekering of bankgarantie.
- Er worden aanvullende vereisten gesteld aan de bedrijfsvoering van een premiepensioeninstelling ten behoeve van het afgescheiden houden van beheerde vermogens.
- In de wettelijke regeling ter bepaling van de volgorde waarin vorderingen van crediteuren van premiepensioeninstellingen voldaan worden (rangregeling), wordt de formulering gewijzigd, zodat de bedoeling van de bepaling wordt verduidelijkt. Dit levert naar verwachting geen kosten op voor ondernemingen.
- Een premiepensioeninstelling zal viermaal per jaar verslagstaten ten behoeve van het prudentieel toezicht aan DNB moeten aanleveren.

Doel van de consultatie

Met de informatie die u als belanghebbende geeft, kunnen de wijzigingsvoorstellen indien nodig worden verbeterd.
Met kwantitatieve informatie kan een inschatting worden gemaakt van de kosten die de voorstellen met zich brengen voor de sector. Deze kwantitatieve informatie wordt slechts op geaggregeerd niveau eventueel openbaar gemaakt en is dus niet tot individuele ondernemingen te herleiden.

Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd

Op alle onderdelen van de voorstellen kan worden gereageerd. U kunt, als u dat wenst, aangeven dat uw reactie niet openbaar gemaakt mag worden.

1. Het ministerie ontvangt graag (indien mogelijk ook kwantitatieve) informatie van belanghebbenden over de adequaatheid, de nalevingskosten en de te verwachten effecten van de voorgestelde wijzigingen, zowel op wetsniveau als op het niveau van lagere regelgeving.
2. Indien u beschikt over kwantitatieve informatie ten aanzien van de kosten die de voorstellen naar verwachting met zich zullen brengen voor de sector, wordt toezending hiervan zeer op prijs gesteld.
3. Ook is, indien u hierover informatie heeft, kwantitatieve informatie welkom over de directe en indirecte kosten van een (niet voorgestelde) verplichte inzet van een pensioenbewaarder.

Meer informatie