Wijziging Opiumwet vanwege nieuwe psychoactieve stoffen

Reactie

Naam MSc. PDeng. D Verhagen
Plaats Eindhoven
Datum 11 maart 2020

Vraag1

Graag vernemen wij uw reactie op het conceptwetsvoorstel tot wijziging van de Opiumwet.
De noodzaak van deze wet is onvoldoende gemotiveerd. Voordat de handelaren, laboranten en gebruikers van NPS geraakt worden is een betere afweging tussen impact van de wet en risico's nodig.

Ik citeer uit de geraakte doelgroepen: "deze potentieel zeer gevaarlijke middelen". Het gevaar is m.i. onvoldoende onderbouwd middels bevolkingsstudies of in-vivo studies. De genoemde stoffen zijn niet zonder risico's, maar bestaande literatuur hierover beschrijft niet meer dan incidenten en nauwelijks gevaar op volksgezondheid niveau. De risico's lijken voor een hoop NPS die verboden worden minder dan nu al beschikbare (genots)middelen of activiteiten. Voor een hoop van de NPS, zijn de risico's ook kleiner dan de risico's van stoffen nu op lijst I a van de opiumwet. De wet vindt hiermee geen balans tussen risico voor de bevolking, en individuele vrijheid.

Daarnaast benoemt de wet handelaren in NPS als 'drugshandelaren'. Iets wat nergens hard wordt gemaakt. Door de minister wordt er een link gelegd tussen deze (legale) bedrijven, en 'keiharde criminaliteit' echter zie ik nergens een onderbouwing van dit verband. Als deze stoffen legaal verhandeld kunnen worden, waarom is er dan keiharde criminaliteit nodig? Ook hier wordt een groep geraakt, en wordt onvoldoende gemotiveerd dat dit nodig is. Is de verwachting daadwerkelijk dat criminaliteit zal dalen door deze stoffen te criminaliseren? Eerder zou men hier extra kosten voor meer bestrijding kunnen verwachten.

Er wordt ook een voordeel genoemd dat het nu mogelijk wordt te voldoen aan verzoeken om rechtshulp uit het buitenland. Als bedrijf mag je nu al geen stoffen exporteren naar landen die daar een verbod op hebben (Export Controls). Dit lijkt voldoende. Vele NPS handelaren hanteren restricties voor stoffen/landen. Ze lijken zich hier dus van bewust.

Bij de negatief geraakte doelgroepen worden laboratoria, fabrikanten en zorginstellingen genoemd. Hun werk wordt duurder. Dit lijkt voor met name zorg en onderzoek, een sterk ongewenst effect.

In het verleden is gebleken dat als een stof op lijst Ia komt, het vrijwel nooit gebeurt dat een stof er weer van af komt. Dat betekent dat een verbod als dit zeer lang gevolgen zal blijven houden voor de burger, en hoe we omgaan met genotsmiddelen en risico's.

Concluderend zou de overheid dus ook meer voorzichtigheid moeten betrachten voordat er een wet bijkomt die lang beperkende impact heeft, geen groot nut lijkt te hebben, en kosten met zich mee brengt.