Consultatie conceptprogramma ondernemerschap culturele sector

Reactie

Naam Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (drs M van Ginkel)
Plaats Amsterdam
Datum 26 april 2012

Vraag1

A) Communicatie Geven aan Cultuur

1. Wat zijn volgens u belangrijke momenten waarop culturele instellingen hun publiek (individueel of collectief) voor het verkrijgen van giften kunnen bereiken?
2. Kent u goede voorbeelden van culturele instellingen of individuele creatieve makers die succesvol zijn geweest in het verkrijgen van giften?
1.
- Podia en festivals: moment dat seizoensbrochures en festivalsprogramma's naar buiten worden gebracht;
- Thema-avonden van Vriendenverenigingen;
a) om eigen Vrienden om nog meer, andere mogelijkheden te wijzen
b) via Vrienden derden op nieuwe, aantrekkelijke mogelijkheden te wijzen als ambassadeur van de betreffende instelling
2.
- aandelenuitgifte van het Concertgebouw

Vraag2

B) Mecenaatmakelaar

1. Welke expertise (uit de culturele en private sector) moeten vertegenwoordigd zijn in de raad om een gedegen toewijzing mogelijk te kunnen maken?
2. Aan welke voorwaarden moeten individuele creatieve makers en kleine culturele instellingen voldoen om gebruik te kunnen maken van de faciliteiten van de mecenaatmakelaar?
Waak ervoor dat er een nieuw (machts)instituut ontstaat. Inrichting Raad, een mecenaatsmakelaar e.d. kunnen juist drempels opwerpen in plaats van deze te slechten. Voorkom bureaucratische rompslomp.

Het gaat om laagdrempelige toegang tot kennis over hoe het mecenaat werkt. Men zou dat moet kunnen 'inkopen'. Een pool van adviseurs die vanuit maatwerk snel inzetbaar is, schakelt en inzetbaar is.

Werk een goede zelfhulp-tool uit of sluit aan op wat er bestaat, via internet, sociale media, fora.

2.
- aantoonbaar gericht op continuiteit, want het gaat om het aangaan van relaties, niet van momentcontacten
- professioneel

Vraag3

C) Onderzoeksprogramma naar de fiscale aspecten van cultuurmecenaat

Ontbreken er volgens u nog kennisvragen voor het onderzoeksprogramma? Zo ja, waar denkt u dan aan?
Toevoegen: verzamelen van kennis die komt uit good practices. Leer van elkaar.

Vraag4

D) Versterking van ondernemerschap bij individuele creatieve makers en kleine instellingen

1. Welke competenties en thema’s zijn volgens u het belangrijkst voor het versterken van het ondernemerschap bij kleine culturele instellingen en individuele kunstenaars/creatieve makers?
2. Welke onderwerpen moeten volgens u bij het aanbod van een programma in 2013 en 2014 centraal staan?
Onderwerpen:
- bedrijfsvoering
- hoe vergroot ik mijn inkomsen en verminder ik de kosten?
- wat biedt samenwerking?
- een ander perspectief: out of the box denken

Vraag5

E) Leiderschapsprogramma Cultuursector

1. Wat zijn volgens u de belangrijkste competenties en/of thema’s waar het leiderschapsprogramma zich op moet richten?
2. Heeft u opvattingen over de inrichting van het programma?
3. Zijn er naast het ‘voorbeeldfunctie’-principe nog andere methoden om vanuit een netwerkperspectief het leiderschap duurzaam te versterken? Zo ja, waaraan denkt u dan?
1.
Sluit aan op initiatieven vanuit de sector. Zoals het project over het strategisch management van podiumorganisaties en het boek hierover van Hans Kraaijeveld. Is door sector zelf in geinvesteerd (onder meer Boekmanstichting, VSCD en Cultuur Ondernemen) en trajecten zoals 'businsess modelling' die onder meer zijn voortgekomen uit het congres podiumkunsten
3.
Simpel: talenten in eigen organisatie intern stage laten lopen bij de directie.

Vraag6

Heeft u nog overige opmerkingen en/of suggesties voor de in de notitie beschreven acties?
Sluit aan bij wat er al is.

Voorkom oneigenlijke concurrentie door naast wat door de sector zelf al is ontwikkeld en bekostigd, een door het Rijk gefinancierd initiatief te zetten.