Verlenging naturalisatietermijnen

Reactie

Vraag1

Geachte heer / mevrouw,
Naar aanleiding van het wetsvoorstel «Verlenging naturalisatietermijnen» wil ik graag het volgende onder uw aandacht brengen:
1. Ik constateer dat onvoldoende is aangetoond waarom de huidige termijn van vijf jaar niet meer toereikend zou zijn — de noodzakelijke onderbouwing ontbreekt.
2. Het verlengen van de termijn belemmert eerder toegang tot volledige maatschappelijke participatie en kan daardoor de integratie vertragen in plaats van bevorderen.
3. Door de langere wachtperiode ontstaat een onevenredige beperking van rechten of erkenning, zonder dat duidelijk is welke extra voordelen daardoor worden gerealiseerd.
4. De voorgestelde termijn van tien jaar is uitzonderlijk in internationaal perspectief en roept vragen op over proportionaliteit, rechtszekerheid en aansluiting bij vergelijkbare landen.
5. Praktisch gezien brengt de verlenging extra uitvoerings­lasten mee en vergt zij meer geduld van aanvragers — terwijl juist versnelling, duidelijkheid en erkenning hun motivatie en binding kunnen versterken.
6. Bovendien ben ik van mening dat juist het moment waarop het Nederlanderschap wordt verleend een cruciale stimulans is voor betrokkenheid en binding met Nederland. Door deze erkenning onnodig uit te stellen, loopt het wetsvoorstel het risico het tegenovergestelde effect te bereiken: minder motivatie, langere onzekerheid en lagere maatschappelijke participatie.

Om die redenen verzoek ik u te overwegen de termijn van vijf jaar te handhaven, of in elk geval aanvullende garanties in te bouwen dat de langere termijn geen onnodige drempel wordt. Mocht het toch tot een verlening komen van de termijnen, wil ik ervoor pleiten een overgangsregeling in te stellen voor de personen die al met de inburgering gestart zijn.
Met vriendelijke groet,
Michiel