Meer ruimte voor nieuwe scholen

Reactie

Naam Gemeente Zaanstad (J Varwijk)
Plaats Zaandam
Datum 29 februari 2016

Vraag1

Denkt u dat de voorgenomen wijzigingen voldoende ruimte bieden om die scholen op te richten waar ouders en leerlingen behoefte aan hebben?
Het wetsvoorstel maakt het makkelijker om een nieuwe school op te richten. Dat zegt echter niets over de mate van ruimte om het onderwijs zo in te richten dat ouders en leerlingen hier behoefte aan hebben.
Dat heeft ook te maken met kaders ten aanzien van bijvoorbeeld personeel, onderwijstijd, examens, etc., zoals deze in andere wetten zijn vastgelegd.

Vraag2

Denkt u dat initiatiefnemers met de keuze tussen marktonderzoek en ouderverklaringen goed de belangstelling voor hun school kunnen aantonen?
In de voorgestelde systematiek geven het marktonderzoek en ouderverklaringen een indicatie van mogelijke interesse bij nieuwe leerlingen. Het is echter goed denkbaar dat kinderen/ouders van school willen wisselen als er nieuw aanbod zou zijn. Denk bijvoorbeeld aan een Islamitische school als die nu niet voorhanden is in de regio. Een meer realistische prognose zou volgens de gemeente Zaanstad ook de interesse bij de huidige populatie mee moeten nemen.

Daarnaast vragen we ons af een indicatie tot 1 jaar voorafgaand aan de schoolgaande leeftijd voldoende tijd geeft om de nieuwe school ook daadwerkelijk te realiseren. Zeker gezien eventuele investering in huisvesting. Een langere opstarttijd zou er in kunnen resulteren dat de ouders/leerlingen in sommige gevallen al voor een andere school hebben moeten kiezen en hun interesse dus in zekere zin vervalt.

Tot slot is het belangrijk dat er voldoende populatie in de regio is om scholen levensvatbaar te maken en te houden. We benadrukken daarom het belang van het meenemen van demografische gegevens. Het kan niet de bedoeling zijn dat een opkomst van nieuwe scholen gaat leiden tot het massaal omvallen van andere scholen, omdat er onvoldoende leerlingen zijn om de scholen levensvatbaar te maken. Een extra school in een regio kan d.m.v. concurrentie zorgen dat bestaande scholen scherp blijven, maar als er meerdere scholen bijkomen, waarvan van te voren duidelijk is dat er in de regio niet genoeg populatie is, dan zou dit ook bij voldoende ouderverklaringen een reden moeten zijn om stichting van de nieuwe school uit te stellen.

Vraag3

Biedt de voorgestelde wetswijziging voldoende waarborgen om te zorgen dat nieuwe scholen van goede kwaliteit zijn?
Vooralsnog kunnen we daar geen inschatting van maken.

Vraag4

Komt het wetsvoorstel voldoende tegemoet aan de situatie in zowel gebieden met leerlingengroei als met leerlingendaling
In gebieden met leerlingendaling kan de leegstand toenemen. (tenzij er voldoende leegstand is om tussen scholen te schuiven).

Vraag5

Zijn er nog overige opmerkingen die u wilt meegeven
De gemeente Zaanstad is voorstander van meer ruimte voor nieuwe scholen. Het wetsvoorstel heeft echter een aantal zaken welke niet realistisch zijn:

Binnen een 1 jaar zorgen voor passende huisvesting is normaal gesproken ondoenlijk, of je moet als gemeente net op de juiste plek een leegstaand gebouw van voldoende kwaliteit en omvang met een onderwijsbestemming voor handen hebben. Dit zal in de praktijk vaak niet het geval zijn. In die gevallen is ver-, nieuwbouw nodig wat gezien de daartoe te doorlopen procedures (gebruiks- en/of omgevingsvergunning) noodzakelijk maakt. Het realiseren van passende huisvesting vergt een zorgvuldig traject en de praktijk leert dat dit niet binnen 1 jaar te arrengeren is. Mocht de nieuwe school na verloop van tijd toch niet levensvatbaar blijken, dan is de gemeente vervolgens eigenaar van een aangepast of nieuw schoolgebouw. Bovendien komt voor de extra huisvestingsopgave geen extra geld vrij.

Gevolg van het faciliteren van extra schoolgebouwen is dat de bestaande schoolgebouwen te maken krijgen met een afname van leerlingen (leerlingen kunnen maar op één school tegelijk zijn) en dus ontstaat er kans op leegstand binnen de bestaande schoolgebouwen. Dit zal leiden tot extra kosten voor de gemeente, zonder dat er extra middelen beschikbaar komen.

Voor de gemeentelijke P&C cyclus is de datum van 1 augustus erg onhandig omdat dan de begroting voor het volgende jaar al in de bestuurlijke route zit. Logische datum zou zijn ergens begin van het jaar (tussen januari en maart), dan is het besluit op tijd om in de begroting van het jaar daarna opgevoerd te worden.